This is happening

Willemijn van der Zwaan
Willem Dafoe in de Prada Winter 2012/2013 show (Foto: Scott Schumann)

Het is het lot van de mannenmode om altijd het achtergestelde broertje te zijn: als een betoverende grote zus eist de vrouwenkleding alle aandacht op. De internationale herenkledingshows sluipen meestal voorbij zonder mijn interesse te wekken, behalve dan voor de absurd goed geklede bezoekers van de shows. Laat het maar aan de briljante geest van Miuccia Prada over om hier verandering in te brengen; tijdens de show voor de Winter 2012 lijn in januari liet ze een aantal bekende acteurs meelopen.

Niet zomaar een stelletje Adonissen: ze koos mannen die meer bekend staan om hun acteerprestaties dan om hun kaaklijn. Onder andere Adrien Brody, Emile Hirsch, Willem Dafoe en (mijn persoonlijke favoriet) Gary Oldman maakten van wat normaal een standaard collectiepresentatie zou zijn een evenement dat internationale aandacht kreeg. Niet in de laatste plaats omdat de acteurs de uitreiking van de belangrijke Golden Globes misten om mee te lopen in de show. De lokroep van Miuccia is niet te weerstaan.

Toen ik op onderzoek uitging, bleek Prada niet het enige merk te zijn dat alles uit de kast had gehaald voor de presentaties van hun nieuwe herencollectie in Milaan en Parijs. De Canadese tweelingbroertjes van Dsquared2 hadden aan het begin van de catwalk een klaslokaal van een Amerikaanse college uit de jaren zestig nagebouwd. De modellen zaten in de schoolbanken te wachten tot ze hun loopje mochten doen, sommigen met een sigaret in de hand. Dries van Noten pakte het wat artistieker aan en liet zijn modellen langs kunstenaars lopen die live de catwalk aan het versieren waren.

Het is geen nieuw verschijnsel om tijdens een catwalkshow meer te laten zien dan alleen mooie modellen die in dure kleren heen en weer lopen op een wit podium. In 1988 wist ‘The Antwerp Six’ (Dries van Noten, Walter van Beierendonck, Ann Demeulemeester, Dirk van Saene, Dirk Bikkembergs en Marina Yee) de London Fashion Fair op te schudden door hun collecties in een totaal leeg gestripte zaal te tonen, de modellen met grote witte maskers op. De Antwerpse ontwerpers kregen ontzettend veel media-aandacht en de grote merken roken geld. Op deze manier werd de weg vrijgemaakt voor ontwerpers om hun shows zo wild en creatief mogelijk te maken.

Zo nam Christian Dior in 1996 de flamboyante Britse ontwerper John Galliano aan om het ingeslapen merk eens wakker te schudden. Het werkte; Galliano wist met zijn extravagante ontwerpen en groots opgezette shows (waaronder zelfs een ode aan zwervers) Dior tot het meest begeerde kledingmerk op aarde te maken. Ook Chanel produceert de laatste jaren de ene na de andere extravagante show: is er geen gigantische ijsschots gebouwd midden in het Grand Palais in Parijs, dan laat Der Karl wel de ganse modewereld afreizen naar Venetië voor een modeshow op het strand van het Lido.

De pompeuze shows die de grote merken organiseren zijn leuk om aandacht van de pers te trekken, maar inhoudelijk zijn ze vrij oninteressant. Gelukkig zijn er de ontwerpers die hun collectiepresentaties aangrijpen om een statement te maken voor hun publiek. Tijdens deze shows worden alle ideeën van commercialiteit en de draagbaarheid van de kleren vergeten: het gaat alleen nog maar om het moment, om het tonen van een briljante collectie en het vertellen van een verhaal tegelijkertijd. Dan is de grens tussen kunst en mode nog maar moeilijk te vinden.

Hoewel wijlen Alexander McQueen meerdere keren de grens tussen collectiepresentatie en happening wist te vervagen, staat zijn Lente/Zomer 1999 presentatie voor mij bovenaan. Aan het einde van de show verscheen model Shalom Harlow in het midden van de ruimte, met aan weerszijden twee robotarmen die in autofabrieken de auto’s verven. Als een weerloze zwaan stond Shalom in haar witte jurk tussen de vervaarlijke robots in, die dreigende en onverwachte bewegingen maakten. Toen, opeens, begonnen ze haar onder te spuiten met zwart en gele verf, waarop Shalom reageerde alsof haar fysiek geweld werd aangedaan. Een krachtig statement over industrie (de robots) versus ambacht (de haute couture jurk). [klik hier voor fragment]

‘Onze’ Viktor & Rolf hebben hun faam als ontwerpers te danken aan hun kunstzinnige collectiepresentaties, iets wat ze de laatste jaren helaas hebben laten varen. Een van de beste voorbeelden van hun baanbrekende modeshows is de Babushka-collectie uit 1999. Model Maggie Rizer stond op een podium terwijl Viktor en Rolf haar aankleedden met negen kledingstukken over elkaar, als een omgekeerde nestpop. Een absurdistisch meesterwerk. [klik hier voor fragment]

De koning der modeperformances blijft echter Hussein Chalayan. De Britse ontwerper weet altijd te boeien met zijn shows. Van een jurk die voor je ogen in hoed verandert tot een T-shirt bekleed met LED-lampen: hij heeft alles gedaan. Zijn meest geniale (en controversiële) moment beleefde hij in 1998 met zijn Between-collectie. Als eerste kwam een volledig naakt model de catwalk op, haar gezicht bedekt met een masker. Vervolgens een eveneens naakt model in een burka die maar tot haar middel reikt. Daarna volgen meer modellen in een steeds iets langere burka. [klik hier voor fragment]

Het volledig naakte model is net zo verborgen als het model dat helemaal bedekt is door haar burka: doordat hun gezichten bedekt zijn, hebben ze hun identiteit verloren. Ze zijn een en dezelfde persoon geworden. Chalayan heeft hier een statement gemaakt dat werkelijk over de maatschappij doet nadenken en bovendien 14 jaar na dato nog steeds relevant is. Dat kan maar over weinig modeshows gezegd worden.

Chanel Winter 2010 show, met echte ijsschots (Foto: Getty Images)
Shalom Harlow in de Alexander McQueen Zomer 1999 show
Model Maggie Rizer aangekleed door Viktor & Rolf
BETWEEN, Hussein Chalayan (1998)