Het documenteren van netkunst

Annet Dekker

In de huidige digitale wereld is, zowel vanuit artistiek als sociaal oogpunt, een hernieuwde interesse zichtbaar voor het behoud van kunst en informatie. Sommigen voorspellen een Digital Dark Age indien er nu niets gedaan wordt aan het beschermen van digitale data. Deze verwachting toont naast ongerustheid ook een dringende noodzaak ons bewust te worden van de korte levensduur van digitaal materiaal. Dat digitale data verschillen van analoog materiaal is bij veel mensen bekend, maar de praktijk wijst uit dat dit niet automatisch betekent dat er een nieuwe aanpak ontwikkeld wordt die het nieuwe materiaal als uitgangspunt neemt.

Musea en nationale archieven zijn de traditionele instituten die zorg dragen voor ons (cultureel) erfgoed; zij zouden daarom aangewezen zijn om deze uitdaging aan te gaan. In de praktijk blijkt echter dat vooral kunstenaars zich bezighouden met het ontwikkelen en uitproberen van manieren om hun werk te beschermen en vast te leggen voor toekomstige generaties. Constant Dullaart en Robert Sakrowski geven het voorbeeld. Samen hebben ze gewerkt aan een concept dat netkunst contextualiseert door gebruikers te filmen die via hun beeldscherm een interactie aangaan met netkunst. Ik vroeg hen of ze me iets meer konden vertellen over het project. 

A: Hoe kwamen jullie op het idee om netkunst te documenteren?

S: ‘Er zijn nog steeds geen echte oplossingen tegen de veroudering van hardware. Daarbij komt dat de tijd snel verstrijkt. Zodoende wilden we nu beginnen dit werk vast te leggen, en tevens kunstwerken uit het verleden die nog steeds online te vinden zijn. Wat we nu uitproberen komt als het ware erg overeen met een participatieproject. We zijn bezig met het opzetten van een videokanaal en gebruiken dit als platform, zodat mensen het gemakkelijk kunnen gebruiken voor het beschrijven en categoriseren van de inhoud.

In plaats van een eigen platform te maken, hebben we besloten om gebruik te maken van het bestaande platform YouTube. Voornamelijk omdat alles wat we nodig hebben daar al te vinden is; je kunt de geuploade videos gemakkelijk voorzien van commentaar door middel van omschrijving, categorie en tags. Het hele template is er al, waarom zouden we een nieuwe maken? We denken dat het makkelijker is voor mensen om te participeren en het zal ook makkelijker zijn om een community interest te creëren om het in leven te houden.’

A: Hebben jullie er over nagedacht om deze ideeën voor te leggen aan non-commerciële organisaties, musea of galerieën? Aangezien commerciële organisaties vaak niet al te betrouwbaar zijn, soms veranderen ze van de ene op de andere dag hun beleid. 

S: ‘Ja, daar hebben we over nagedacht, maar mijn ervaring is dat er geleidelijk een verandering plaatsvindt binnen commerciële organisaties. Het probleem met veel non-commerciële instellingen is vaak het budget. In het begin zijn ze erg enthousiast en lukt het ze misschien om subsidie te krijgen, maar op een gegeven moment stopt deze subsidie en wordt het project uitgesteld of houdt in het ergste geval op te bestaan.’ 

C: ‘Bovendien hebben non-commerciële organisaties nu eenmaal niet zoveel volgers. Het zou dan veel moeilijker zijn om een grote groep mogelijke mede-archivisten te bereiken, laat staan om ze mee te laten werken.’

S/C: ‘Daarnaast dagen we Google in zekere zin uit door te zeggen dat zij een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van deze inhoud. Ze ontvangen zoveel input en informatie van iedereen, waaraan ze zoveel geld verdienen, dat het nu tijd is om iets terug te doen.’

A: Vanuit het oogpunt van participatie geeft jullie idee over crowdsourcing daadwerkelijk iets terug aan het publiek. Niet alleen wordt hen gevraagd om informatie te verschaffen, maar nog belangrijker; het publiek krijgt zeggenschap over wat interessant is en wat niet. 

S: ‘Ja, wij vinden vooral het oogpunt van de toeschouwer interessant. Er zijn veel verschillende opvattingen over wat net art is en hoe we het moeten bewaren. Nu kunnen mensen gemakkelijk hun eigen visie documenteren. Ook wilden we het initiatief weghouden van afzonderlijke instituten – dit vermijdt elitarisme en laat het publiek dat de kunst beleeft beslissen wat interessant is. De instituten kunnen zo een reeds bestaand en getest template gebruiken.’

C: ‘We willen ons niet houden aan de norm van de kunstwereld. We willen kijken naar de manier waarop mensen het werk gebruiken, laten zien hoe zij er naar kijken, in welke omgeving, thuis of op kantoor, op de laptop of mobiele telefoon. Wij denken dat het werk zich eigenlijk afspeelt in de interactie van de gebruiker met de computer. Het komt in feite heel dicht in de buurt van een performance, we willen bepaalde momenten en de esthetiek van de tijd vastleggen. Niet alleen van het werk, maar ook hoe het werd ervaren. Het is niet alleen een levend archief, maar ook een open archief waarbij het publiek, zij die het werk gebruiken, beslissen wat ze willen bewaren voor de toekomst en op welke manier.’

A: Jullie stellen een standaard op over hoe je een screen capture maakt en hoe ze de hele omgeving kunnen documenteren. Waarom zou je mensen niet zelf laten bepalen hoe ze hun eigen beleving willen vastleggen?

C: ‘Om te zorgen voor een kleine mate van consistentie, zodat uiteindelijk de nadruk nog steeds op het gedocumenteerde werk ligt, en niet zozeer op een documentatievorm die daar van afleidt. We zijn nog steeds bezig met het onderzoeken van verschillende mogelijkheden. Om mensen een idee te geven van waar we naar streven, wilden we een voorbeeld geven, een template. Onze template is een over-shoulder shot die laat zien hoe iemand het werk/de computer gebruikt. We hebben geprobeerd om een webcam en een new desktop video te gebruiken om de expressie van de gebruiker vast te leggen, maar hebben besloten om er van af te zien omdat het een heel hard beeld geeft.

We zijn niet zozeer geïnteresseerd in hun emoties, maar we willen zien hoe ze het doen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld, als het een tijdje duurt voordat iets geladen is, wat doen mensen in de tussentijd? Lopen ze weg, gaan ze iets anders doen? We willen tenslotte de subjectiviteit van het documenteren stimuleren. 

Ook willen we mensen nog bewuster maken van veranderingen binnen de richtlijnen, gebruikers actief laten kijken. Door het documenteren van oude werken in ´oude situaties´, de geschiedenis te laten herleven door oude programma´s door een emulator te halen en het na te bootsen met new desktop video, willen we onze toekomstige geschiedenis vastleggen zodat we later in staat zijn de geschiedenis te begrijpen.

We willen het werk behoeden voor de vergankelijkheid. En de tijd lijkt er nu perfect voor. De documentatie van ons leven overtreft het werkelijke leven. Mensen leggen hun hele leven vast met hun mobiele telefoon. Het is de tijd van tegelijkertijd doen en vastleggen. Documentatie is productie, en nu ook distributie.’

A: Waarom hebben jullie er voor gekozen om een videodocument te maken en geen gebruik te maken van specifieke software die ook de interactie kan vastleggen. Op die manier kun je de website plus alle interacties ervan blijven gebruiken. 

S: ‘Er zijn interessante tools in ontwikkeling waarvan screen capture er één is die we graag willen laten zien. En er zijn inderdaad mogelijkheden om de interactie vast te leggen en opnieuw af te spelen, maar wij vinden het interessant om te laten zien hoe mensen erop reageren. En het is niet aan ons om met een volledige oplossing te komen voor het archiveren van net art. We hebben gekozen voor dit format omdat we wisten hoe we het aan moesten pakken. In dit geval willen we niet het hele werk en de interacties behouden. We denken dat het voor het toekomstig publiek en toekomstige onderzoekers interessant en nuttig is om net art te zien en te beleven door hoe mensen indertijd interactie hadden met het werk.’

C: ‘Ik denk dat je het kunt vergelijken met vroege performance art, dat je waarschijnlijk ook alleen maar kent door middel van videodocumentatie.’

A: Hoe ziet jullie planning er uit? Wat gaan jullie als eerste doen om het publiek geïnteresseerd te krijgen? 

C/S: ‘Het idee is om nog meer voorbeelden te maken en zo een tentoonstelling en archief samen te stellen van oude en nieuwe kunstwerken, om te laten zien dat netkunstactiviteiten op meerdere manieren zijn vast te leggen.’

Vertaling: Martje Dekkers

Alle resultaten zijn te zien op http://net.artdatabase.org.