Stof tot nadenken

Willemijn van der Zwaan
Gabrielle 'Coco' Chanel in één van haar geliefde 'marinières'

Mijn naam is Willemijn en ik heb een streepjesfetisj. In kledingwinkels loop ik direct af op het eerste gestreepte item wat ik zie. Wanneer ik gedachteloos in de kantlijn van een notitieboekje zit te tekenen, zijn het meestal streepjespatronen. Mannen worden voor mij vele malen aantrekkelijker wanneer ze iets gestreept aanhebben. Terwijl ik laatst de was opvouwde, ging ik eens tellen hoeveel gestreepte kledingstukken in mijn kast liggen. Negentien. 

Streepjes betekenen dan ook veel voor mij. Ze doen me denken aan vakanties van lang geleden naar Bretagne en Normandië, aan het gebreide setje dat mijn moeder droeg voor haar huwelijk en aan het matrozenshirt dat mijn oma als jonge vrouw op zeilvakanties droeg. Daarnaast is er het  droomelement: in een gestreept shirt waan ik me Coco Chanel op een trip naar de Franse noordkust met haar Britse minnaar, of Brigitte Bardot (dit vereist veel fantasie) die op het strand van Cannes de paparazzi gek maakt in haar marinière.

Patronen spelen een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Kleding is de makkelijkste manier om jezelf te uiten en een print versterkt het effect nog eens. Zo kun je welvaart tonen door jezelf in te hullen in van logo’s doordrenkte kleding en accessoires, zoals een T-shirt met in hoofdletters ‘Chanel’ erop, of een tas met de welbekende Louis Vuitton-print. Of je doet net alsof, door op vakantie in Marmaris een neppertje op de kop te tikken. Een melancholisch karakter kun je uitdragen door enkel zwart te dragen, maar in combinatie met een schedelprint-sjaal wordt je statement nog duidelijker. Ook het tegenovergestelde is mogelijk: draag ruitjes mét streepjes mét stipjes mét bloemetjes om de wereld jouw extraverte persoonlijkheid te tonen, zonder een woord te hoeven zeggen.

Toch zijn deze pogingen tot non-verbale communicatie amateuristisch vergeleken bij de patronen die Vlisco produceert. De stoffen van het oer-Hollandse bedrijf, dat vooral produceert voor de Afrikaanse markt, vielen me jaren geleden al op bij een tentoonstelling in het Modemuseum Antwerpen over de invloed van Afrika op de mode. Gewoon omdat de Vlisco-prints  zo vrolijk en kleurig zijn, en het merk een aparte geschiedenis heeft: opgezet in Helmond in 1846 om machinaal geproduceerde batikprints naar Nederlands-Indië te exporteren, maar via Ghanese soldaten vanaf 1876 vooral populair onder welgestelde West-Afrikaanse vrouwen. Het actuele eerbetoon van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) aan Vlisco, Six Yards, liet me echter kennis maken met andere aspecten van de stoffen en met name de patronen.

In de tentoonstelling zie ik meteen waarom de Nederlandse stoffen zo ver weg hun plek hebben gevonden: ze horen thuis in Afrika. De felle kleuren zouden totaal misstaan in onze grauwe Noord-Europese omgeving. Ze hebben zon nodig. De getoonde foto’s van Viviane Sassen (1972) bevestigen dat voor mij. De kleuren in haar werk lijken intenser te worden in het Afrikaanse licht. Van de Brits-Nigeriaanse kunstenaar Yinka Shonibare (1962) zijn installaties te zien, waarin hij speelt met de schijnbare discrepantie tussen Afrikaanse patronen en de Westerse cultuur. Van de Vlisco-stoffen maakt hij zeventiende-eeuwse kleding die wordt gedragen door hoofdeloze mannequins in bizarre opstellingen, zoals twee mannen die met musketten schieten op een net vol eieren tussen hen in. Het gebruik van de patronen geeft zijn werk een wrang postkoloniaal tintje. 

In de expositie wordt ook de documentaire Verbal Fabrics van Annegriet Wietsma en Erik Willems getoond, over Vlisco en de relatie van het bedrijf met Afrika. Verkoopsters van de stoffen in Ghana, Ethiopië en andere West-Afrikaanse landen vertellen geanimeerd over de stoffen en de status die het geeft om in Vlisco rond te lopen. Daarnaast blijken de patronen op de stoffen symbolische functies te hebben. Hoewel Vlisco sommige ontwerpen maakt met een metafoor in gedachten, worden anderen door de bevolking zelf geïnterpreteerd, waardoor een patroon per regio van betekenis kan verschillen. 

Een van de verkoopsters geeft uitleg: een stof met een totaal abstracte print betekent dat het meer pijn doet als een vriendin over je roddelt dan iemand die maar een kennis is. Een andere, waarop een vogeltje uit een kooi vliegt, is een waarschuwing van de vrouw voor haar vreemdgaande man: als jij erop uitgaat, doe ik hetzelfde. Een die mij erg fascineerde was een voorstelling van een lachende, wat dikkige vrouw omringd door zes bougies. Dit staat voor extreme welvaart, want een auto met zes bougies heeft een sterke aandrijving en is dus erg duur.

Na het zien van de film bekeek ik de expositie met meer aandacht. Ik bestudeerde de patronen extra goed, misschien kon ik de achterliggende gedachte zelf raden. Prints met mobiele telefoons en potloden, uitgebreide bladerpatronen en zelfs hele jungledorpen vol wilde dieren, prikkelden mijn fantasie. Wat voor spannende allegorie of symboliek zou er bijvoorbeeld achter een Escheriaanse vissenprint zitten? Ik verliet het museum met een gelukzalig gevoel van verbondenheid: of je nu een jonge student uit Utrecht bent of een getrouwde vrouw in Nairobi, we willen allemaal een persoonlijk verhaal vertellen met onze kleding.

SIX YARDS GUARANTEED DUTCH DESIGN is nog t/m 6 mei te zien in het Museum voor Moderne Kunst Arnhem.

Vrouwen in Vlisco
Viviane Sassen, PARASOMNIA (2010)
Yinka Shonibare, EGG FIGHT (2009) (Foto: Stephen Friedman Gallery)
Vlisco-patroon 'Six bougies'