BYOB, meer dan een feestje

Fenna van den Berg
Transsiberian Railway Panorama (1904)

Door Bring Your Own Beamer te typeren als een dystopische caleidoscoop doet Constantijn Smit de expositie tekort. Dat is jammer, want als Gesamtkunstwerk én als open platform voor de individuele kunstenaar is BYOB interessant.

Culturele normaliseringsmachines, zo worden ze door Petran Kockelkoren getypeerd: evenementen die ervoor zorgen dat het publiek leert wennen aan onbekende en ontwrichtende zintuigelijke ervaringen. Kockelkoren, hoogleraar Kunst en Technologie aan de Universiteit Twente, gebruikt in zijn boek Techniek: kunst, kermis en theater (2003) het Trans-Siberian Railway Panorama als voorbeeld. Aan het begin van de vorige eeuw werd de trein, samen met het landschap dat met grote snelheid aan de treinreiziger voorbijtrok, in de vorm van een attractie tentoongesteld. De bezoekers van de wereldtentoonstelling in Parijs konden plaatsnemen in nagemaakte treincoupés. Al kijkend naar voorbij rollende geschilderde panorama’s beleefde men een gesimuleerde treinreis en de daarbij optredende desoriënterende ervaring. Het publiek maakte zich een nieuwe, tot dan toe onbekende zintuigelijke beleving eigen.

In het huidige digitale tijdperk moeten we een weg zien te vinden in de chaos van gefragmenteerde informatie en beelden die via de nieuwe media op ons af komt. We zullen ons in de toekomst bevinden in een wereld die omgeven en doordrenkt is van informatie, aldus Rafaël Rozendaal die het concept van BYOB bedacht. Net als de eerste treinreizigers raken we gedesoriënteerd door de voorbijrazende stroom aan informatie en zijn we uit het lood geslagen bij de snelle introductie van nieuwe technologieën. Om vertrouwd te raken met deze ontregelende zintuigelijke ervaring van een niet-weg-te-klikken vorm van internet hebben we culturele normaliseringsmachines nodig. Het is dan ook fijn dat BYOB, de moderne variant op het Trans-Siberian Railway Panorama, zijn werk doet. Op vermakelijke wijze kunnen we vertrouwd raken met een nieuwe manier van zien, horen en voelen.

De opgewektheid waarmee Rafaël Rozendaal een glimp probeert te tonen van een toekomst doet denken aan het technologisch optimisme waarmee experimenteel filmmaker Stan Vanderbeek in 1963 de Moviedrome ontwikkelde. Om de visuele horizon te verbreden en de visuele ervaring te versterken, en op die wijze uiteenlopende werelden dichter tot elkaar te brengen, projecteerde Vanderbeek op de binnenwanden van een koepelvormig gebouw een voortdurende mix van willekeurig geselecteerde nieuwsbeelden, televisiereclames, found footage en Hollywoodfilms. De foto’s uit 1965 van de Moviedrome tonen het publiek liggend op de vloer omringd door een chaos aan beelden en apparatuur.

De sfeer en de entourage zijn vergelijkbaar met die van BYOB in de voormalige fabriekshal in Utrecht. Constantijn Smit beschrijft deze als chaotisch, leuk en vooral informeel. Rozendaal noemt het een viering van de nieuwe wereld waarin wij leven. Beide zijn beschrijvingen die associaties met een feestje oproepen. De interactie met het publiek die vereist is om het feestje compleet te maken verhoogt het entertainmentgehalte en maakt van BYOB een waar spektakel. De stem van een curator die de kwaliteit van het getoonde werk kan waarborgen ontbreekt, en zo ontstaat een beeld dat zich steeds verder verwijdert van het klassieke begrip van een kunsttentoonstelling. Wanneer BYOB als geheel wordt beschouwd en de culturele normaliseringsmachine zijn werk heeft gedaan, bestaat het gevaar dat dit evenement uiteindelijk verwordt tot vermakelijk maar oppervlakkig amusement.

Als bezoeker van BYOB kun je twee dingen doen: je laat je onderdompelen in het audiovisuele spektakel van het geheel, of je maakt aandachtig en geconcentreerd een rondje langs de individuele werken. Ik besloot het laatste te doen en werd mij bewust van een heersende do it yourself mentaliteit. Gecombineerd met de mogelijkheden van digitale media zorgt deze instelling ervoor dat kunstenaars voortdurend op zoek zijn naar gelegenheden om hun werk te verspreiden en te tonen, zonder tussenkomst van een galerie of museum – instituten die zich in het algemeen moeilijk verhouden tot mediakunst. BYOB hoeft de bestaande expositieruimtes of musea niet te vervangen, maar functioneert als democratisch platform voor de mediakunstenaar prima naast de bestaande instituten. De artistieke intentie van de deelnemende kunstenaars voorziet BYOB van inhoud, waarmee het evenement meer is dan oppervlakkig vermaak.

Dit is een ingezonden reactie op Constantijn Smits recensie Een dystopische caleidoscoop, verschenen in Tubelight #84.

Moviedrome (1965)