Werk: Peggy Franck

Noor Mertens
Peggy Franck, SUDDEN PARALLELS BETWEEN THE SKY AND THE CONCRETE (2012) Foto: Gert Jan van Rooij

Peggy Francks (1978) solotentoonstelling Sudden Parallels between the Sky and the Concrete in 2012 bij Galerie Fons Welters liet in gecondenseerde vorm zien wat de belangrijkste thema’s binnen haar werk zijn. De tentoonstelling was geen combinatie van losstaande twee- en driedimensionale elementen, maar een geënsceneerde, ruimtelijke installatie. Franck speelde, net zoals in haar overige werk, met fragmentering en het effect van spiegeling, waarbij realiteit en illusie niet duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden. Ook had de tentoonstelling als het ware een transparant, immaterieel en een zwaarder, materieel element in zich: aan de ene kant een rij schilderingen op spiegelend papier, afwisselend gecombineerd met foto’s van dezelfde spiegelende schilderingen, die nauwelijks van elkaar te onderscheiden waren. Aan de andere kant een houten systeemvloer als ‘podium’ met daarop een deels uitgerolde rol groene, transparante folie, op zijn plaats gehouden door twee stenen. In de hoek van de ruimte enkele houten kisten met nog meer stenen. ‘Het is een glorieuze tentoonstelling die me nog lang zal heugen,’ schreef Alex de Vries als reactie op de tentoonstelling.

NM: Hoe zie jij de verhouding tussen de foto’s en werken op papier enerzijds en de twee ruimtelijke compilaties met stenen anderzijds?

PF: De werken op spiegelend papier komen voort uit een periode waarin ik schilderde op dragers zoals acrylaat, metaal en hout. In tegenstelling tot de glasheldere reflecties van normale spiegels zijn de reflecties van de spiegelende vellen papier wolkig van karakter, wat een enigszins vertekend of schilderachtig beeld geeft. Terwijl ik simultaan werkte aan verschillende schilderingen op dit papier en de wanden van mijn atelier ermee volhingen, raakte ik gefascineerd door de reflecties van de ruimte in deze vellen. Dit ben ik gaan vastleggen met mijn camera. Een terugkerend element in de foto’s die hieruit voortkwamen was de vloer van mijn atelier. Deze vloer was deels bedekt met een houten parket, een overgebleven dansvloer van de dansschool die voordien in het pand gehuisvest was. Het ‘podium’ zoals jij het omschrijft, is een kopie van die dansvloer uit mijn atelier. De parketvloer in de galerie reflecteerde als het ware ‘live’ in de beschilderde vellen spiegelpapier, waardoor in combinatie met de foto’s een complexe gelaagdheid ontstond. Door de lineaire opeenvolging van de werken aan de wand ging de toeschouwer, die ook zichzelf gereflecteerd zag in de spiegelende schilderijen, de installatie als een sequentie beleven. Hierdoor ontstond een beweging met een zeker choreografisch karakter. De stenen op de vloer en in de kratten zijn zowel geslepen als ongeslepen waardoor ze spiegelend of mat zijn. Ik zag hierin meteen een verwantschap met de werken aan de wand.

NM: De kisten met stenen waren afkomstig van jouw familie, waardoor ze een wat beladen materiaal leken. Zie jij dat zelf ook zo?

PF: De kisten met stenen hebben jarenlang in het huis van mijn grootouders gestaan. Ik kreeg de stenen opnieuw te zien nadat mijn oma was overleden, kort voordat ik werd uitgenodigd om een solotentoonstelling bij Fons Welters te maken. De stenen werden oorspronkelijk in Australië gedolven door een Indonesische vriend van mijn grootouders, waarna hij ze naar Nederland stuurde met de bedoeling ze hier te verkopen. Dit gebeurde uiteindelijk niet en de stenen bleven onaangeroerd liggen in het huis van mijn grootouders. Naast de formele verwantschappen met de schilderingen op het papier en de fotografische werken waar ik in die periode aan werkte, zag ik in de geschiedenis van de stenen ook aansluiting met het idee van beweging waar we net over spraken. Ik beschouw de stenen dan ook niet als beladen, integendeel: samen met de overige elementen in de tentoonstelling wordt een beweeglijk spel gegenereerd dat eerder licht van karakter is.

NM: Je werkt in verschillende media, maar welk medium is jou het meest eigen? Is fotografie zo aantrekkelijk omdat het jou de kans biedt om ruimtelijke compilaties te maken en te variëren en spelen met standpunten?

PF: Het zoeken naar een soort onbevangenheid is een cruciaal deel van mijn werkproces. Ik beperk mij daarom ook niet tot één medium. Fotografie is voor mij een ideaal gereedschap om allerlei verschillende lagen, technieken en media, maar ook enscenering en realiteit vast te leggen in één beeld.

NM: Tegelijkertijd werd je afgelopen jaar genomineerd voor de Wolvecampprijs, de tweejaarlijkse nationale prijs voor de schilderkunst. In de bijbehorende tentoonstelling liet je onder andere een monumentaal, geschilderd drieluik zien, getiteld The Castaways. In hoeverre gaat het jou (nog) om het geïsoleerde medium op zichzelf? Hoe bepaal je welk medium geschikt is voor een bepaald onderdeel van jouw werk?

PF: Alles gaat samen. Schilderkunst heeft altijd een grote rol gespeeld binnen mijn werk. In mijn assemblages, foto’s en installaties maak ik gebruik van schilderkunstige elementen: compositie, kleur, licht, etc. Maar ik zie mijzelf niet als een schilder in de strikte zin van het woord, ik maak beelden. Ik kan wel uitleggen hoe ik tot het schilderen zelf ben gekomen; het was vooral de ongedwongenheid van restanten verf die op een muur achterbleven bij het weghalen van een installatie enerzijds en van verftoetsen die ik impulsief had gezet op materialen en objecten anderzijds, die ik wenste te vertalen naar het werkvlak van een schilderij. De context van de Wolvecampprijs leek mij geschikt om dit op een grotere schaal te tonen, het werk The Castaways is hiervan een resultaat.

NM: De tentoonstellingsinstallaties kunnen zo decors zijn uit jouw foto’s. Jouw werk wordt in verschillende recensies beschreven als het ‘ruimtelijk maken van een tweedimensionale foto’. Dat betekent dat het startpunt van jouw werk in de fotografie zou liggen. Klopt dat wel? En komen jouw tentoonstellingsinstallaties ook daadwerkelijk voort uit de decors die je in eerste instantie voor je foto’s maakte?

PF: Het lijkt me een enigszins beperkte omschrijving van het werk dat is voortgekomen uit enkele vroege tentoonstellingen. Destijds maakte ik wel vaker assemblages in mijn atelier die ik vervolgens fotografeerde. Die foto’s en andere materialen en objecten nam ik mee naar de tentoonstellingsruimte om er ter plekke nieuwe installaties mee te ontwikkelen. Maar het was echter nooit zo dat het startpunt van mijn werk in de fotografie lag.

NM: Binnen de verschillende tentoonstellingen waaraan je deelnam en de verschillende installaties die je hiervoor maakte, komen dezelfde soort objecten voor, zoals draperieën van stof en spiegelend of transparant materiaal. Het heeft te maken met tonen en verhullen, realiteit en suggestie. Hoe kijk jij hier tegenaan? Ligt deze thematiek in het verlengde van de rol die jijzelf en de toeschouwer in jouw werk spelen? En wat is de rol van de titel – die meestal beschrijvend is – binnen deze ‘knipoog naar het theater’?

PF: Tonen en verhullen of realiteit en suggestie zijn zeker thema’s binnen mijn werk. In de foto’s waarin ik zelf figureer zijn deze aanwezig, maar zeker ook in de meer ruimtevullende installaties zoals die bij Fons Welters. De toeschouwer werd zich door zijn reflectie in de spiegelende vellen bewust van zijn aanwezigheid, waardoor hij een rol in het werk speelde. Misschien dat je daardoor denkt aan het theater, maar dit is niet iets waar ik direct mee bezig ben. De thema’s die je noemt zijn echter ook grote thema’s in andere kunstvormen waar ik mij eerder toe verhoud, zoals de schilderkunst. De titels komen voort uit een verlangen om een andere ingang te bieden tot de veeleer abstracte, materiële wereld die ik creëer. Ze zijn voor mij eerder suggestief dan concreet beschrijvend, waarmee ik een meer emotionele, gevoelsmatige zijde in het werk wil aanraken.

NM: Begin februari opent een solotentoonstelling in OUTPOST gallery in Norwich. Wat zal je daar laten zien?

PF: De titel van de tentoonstelling is A Household without Responsibilities. Over wat ik er precies ga tonen wil ik niet meteen iets kwijt anders zou het weleens A household with responsibilities kunnen worden.

Peggy Frank, THE CASTAWAYS (2012) (wand), REINTRODUCING THE FAMILIAR (2012) (houten objecten)