Ons verloren land

George Vermij
Péter Forgács, SLUIMEREND VUUR (2013) Met dank aan: EYE

Péter Forgács’ werk is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis. In zijn films en installaties komen het verleden en de verschillende manieren waarop een tijdsgewricht wordt vastgelegd terug. Dat kan zijn in de vorm van familie- of amateurfilms, maar ook als archiefbeelden, foto’s en dagboeken. Door die elementen via montage aan elkaar te verbinden, creëert Forgács keer op keer spanning. Die kan ontstaan door tegenstrijdige verhaallijnen die opeens worden samengevoegd, zoals in zijn film The Danube Exodus (1998). Samengesteld uit amateurfilmbeelden van een Hongaarse kapitein die met zijn boot Joodse vluchtelingen uit Europa vervoerde en tijdens de oorlog hetzelfde deed met etnische Duitsers uit Oost-Europa. Ondanks de zware en beladen thema’s die in zijn films sluimeren, heeft Forgács’ werk een sterke en onmiskenbaar sensuele kracht. Dit komt vooral door de vluchtigheid en ongrijpbaarheid van de beelden die hij kiest en bewerkt. Dit zijn kwetsbare relikwieën van een verloren tijd die plotseling tastbaar worden. Je ervaart het in onverwachte freeze frames, wanneer iemand recht in de camera kijkt. De band met de toeschouwer wordt op die momenten, ondanks de onoverbrugbaarheid van de tijd, verzegeld.

In 2007 organiseerde het toenmalige Filmmuseum – dan nog gesitueerd in het Vondelpark – een retrospectief van Forgács’ films. Het was een unieke kans om de veelzijdigheid, maar ook de stilistische en thematische constanten in zijn oeuvre te ontdekken. Forgács is zich daarna meer gaan richten op grote filminstallaties. Zo vertegenwoordigde hij in 2009 Hongarije op de Biënnale van Venetië met het indrukwekkende en gelaagde Col Tempo, een filminstallatie die deels was samengesteld uit het materiaal van een Nazi-antropoloog die filmportretten maakte van verschillende ‘rassen’.

Voor de tentoonstelling Sluimerend vuur in EYE focust Forgács op het Nederlandse koloniale verleden. Hij kon putten uit een grote verzameling amateurfilms en brieven uit Nederlands-Indië uit de periode 1900 tot 1940. Het materiaal is verwerkt in een tiental filminstallaties die een bepaald aspect of perspectief tonen uit die koloniale tijd. Geschiedenis is natuurlijk een complex fenomeen, opgebouwd uit meerdere stemmen en verschillende perspectieven die vaak in een ongelijke relatie tot elkaar staan. Er zijn de officiële versies en de voorgeschreven verhalen. Het materiaal dat Forgács tot zijn beschikking had, zou je daarom op het eerste gezicht eenzijdig kunnen noemen. De amateurfilms uit Nederlands-Indië konden alleen worden geschoten door welgestelde Nederlanders. Zij houden de lens vooral gericht op zichzelf. In bepaalde gevallen wordt het exotische en vreemde vastgelegd of de on-Nederlandse schoonheid van de gordel van smaragd. Maar dat neemt niet weg dat de films onbedoeld en onbewust andere verhalen vertellen. De spanning wordt versterkt door Forgács’ keuze en bewerking van de beelden. Een geluidsband voorziet bepaalde installaties van muziek en monologen samengesteld uit fragmenten van brieven. Soms is er een duidelijke relatie tussen beeld en geluid, zoals bij de installatie Gelukbrengende lente over het gemengde huwelijk tussen een Chinese geoloog en een Nederlandse vrouw. De brieven tonen de culturele barrières die ondanks de liefde altijd een rol spelen, ook al tonen de beelden de gelukkige momenten van het gezinsleven.

In andere gevallen is het verband tussen de filmbeelden en de monologen associatiever. Zoals in het intrigerende Ik heb mijn ziel volledig blootgelegd – Echo, waarin een Indische vrouw praat over haar seksuele ervaringen en hoe het is om tussen twee culturen te zweven. Dit alles wordt aangevuld met een prachtige selectie beelden die weer zweven tussen koloniale nostalgie en romantische weemoed.

Het verleden is, zoals de Britse schrijver J.B.Priestley ooit zei, ‘a foreign country’. Sluimerend vuur weet een ruimte te creëren waar je op kunt gaan in dat vreemde land waar eens de Nederlandse driekleur werd gehesen. De ervaring van de toeschouwer leidt echter niet tot vervreemding, zoals zo vaak gebeurt in confrontaties met een wereld die wij niet kennen. De kracht van Forgács’ installaties is vooral dat hij een empathie weet te bewerkstelligen met mensen uit een andere plaats en tijd, zonder dat je vergeet dat er naast de beelden meer zaken meespelen.

Uiteindelijk is Sluimerend vuur zeer geslaagd als een manier om een filmarchief toegankelijk en zichtbaar te maken omdat er sprake is van een belangrijke meerwaarde die ontstaat door de combinaties en subtiele bewerkingen van Forgács. De tentoonstelling biedt daarnaast een blauwdruk voor hoe EYE in de toekomst zijn unieke collectie kan presenteren vanuit de artistieke visie van een beeldend kunstenaar of filmmaker.

Péter Forgács, SLUIMEREND VUUR (2013) Met dank aan: EYE