Landschappen met een klein hartje

Cornelie Samsom
Geer van der Klught, zonder titel (2010)

Op een kraakheldere, zonnige dag fiets ik in Arnhem de heuvel op naar Plaatsmaken in de wijk Klarendal, nu beter bekend als het Arnhemse Modekwartier. Een voorheen roemruchte en morsige locatie is daar verbouwd tot nuchtere expositieruimte annex galerie.

Dwaalkamer 3 – de derde aflevering uit een reeks tentoonstellingen over de dwaalkamers van de menselijke geest – toont getekende landschappen van Kinke Kooi, Geer van der Klugt en Nathalie van Duivenvoorden. De presentatie is sober, om niet te zeggen bijna karig, maar schijn bedriegt: er is veel te zien, en vooral om over na te denken.

De krijttekeningen van Geer van der Klugt zijn onheilspellende, bijna grimmige landschappen waarin iets onzichtbaars tussen de bomen zwerft. In een tekening staan dode, zwart geblakerde resten van boomstammen roerloos te wachten onder een zwak verlichte hemel. Het rood op de bosbodem lijkt wel bloed. De stammen staan gewond, bijna lijdzaam te wachten, maar in hun takken zit iets fels. Van der Klugt weet in zijn handschrift gevoeligheid en venijn geruisloos te combineren, wat de bomen bijna menselijk maakt. Wat heeft zich hier afgespeeld?

Kinke Kooi vertoeft met haar werk in een zachtaardiger universum, dat met de zachte kleuren, de details, de vloeiende lijnen op het eerste gezicht doen denken aan portretten van Indiase goden. Wie beter kijkt, ziet hoe een dromerige en fantasievolle wereld zich met onze dagelijkse werkelijkheid vervlecht: diepe, zachte kleuren en vormen vermengen zich met elkaar of met een foto van een bos of flatgebouw. Werelden in werelden; alles herbergt een innerlijk.

Nathalie van Duivenvoorden legt met een camera momentopnamen van locaties in de openbare ruimte vast, die ze vervolgens in haar atelier met kleurpotlood laag voor laag uitwerkt in tekeningen. Groezelige of dooie plekken die in eerste instantie niet zo veel met schoonheid van doen lijken te hebben – een hek, garage of parkeerterrein – verwerven op deze manier een klassieke, milde betovering die alles te maken heeft met de aloude levensbron: licht.

Dwaalkamer 3 laat de toeschouwer door verschillende landschappen wandelen – vooral door die in hemzelf. Artistiek leider Inge Pollet schiep met Dwaalkamers een eigenzinnige en rijke serie tentoonstellingen, met als thema de innerlijke wereld van de kunstenaar. In een toegankelijke begeleidende tekst wordt beschreven welke wereld er schuilgaat achter de verschillende werken. Je moet maar durven in een tijd waarin juist de externe waarden van het kunstenaarschap – communicatie, werk als product in de markt zetten, jezelf pitchen – als een professionele deugd worden gezien. Hulde voor Pollet, die als curator het lef heeft de gevoelige ziel van de kunstenaar – en daarmee ook indirect die van het publiek – weer op de agenda te zetten. De reeks roept de vraag op of we nog mogen dolen, mislukken of dwalen in een tijd die geobsedeerd lijkt met succes en doelgericht zijn. Dwaalkamers lijkt daarmee aan te sluiten bij een trend in de kunstwereld waarbij romantiek en outsider art weer in de belangstelling staan.

Plaatsmaken heeft sinds haar verhuizing naar het Modekwartier een nieuwe koers ingezet met een tweeledige focus in de vorm van zakelijk vakmanschap (galerie, grafische werkplaats en productiehuis) en series tentoonstellingen. Met het werken in series waarbij kunstenaars ook in verschillende tentoonstellingen terugkeren, weet Plaatsmaken continuïteit in haar profiel en aanbod aan te brengen, waardoor je als bezoeker ook weer terug wilt komen. Dat is sterk in een cultureel landschap waarin veel kleine instellingen worstelen met de vraag hoe ze publiek aan zich kunnen binden.

In het pand zijn expositieruimte, werkplaatsen en kantoorruimtes open met elkaar verbonden, wat een robuust en tegelijkertijd doorschijnend effect heeft. Op sommige plekken lijkt het alsof er nog geklust gaat worden, de vormgeving is basic. Die zakelijke timmersfeer spreekt tot de verbeelding: hier zijn dingen mogelijk. Waarom zou je geen verkoolde boomstam of autowrak naar binnen slepen?

De fysieke vormgeving van het pand verbeeldt de visie dat goede kunst, inhoudelijke verdieping en zakendoen elkaar niet uitsluiten – integendeel. Dat maakt Plaatsmaken de moeite waard voor zowel Modekwartier-shoppers die een kijkje willen nemen in een mooie ruimte, als voor meer gevoelig kunstminnend publiek dat graag gedetailleerd kijkt en reflecteert.

Nuchtere no-nonsense, gemixt met gevoelige melancholie. Die combinatie werkt aanstekelijk en goed. Al zou je soms ook willen dat redeloos en roekeloos jong geteisem met een verkoolde boomstam of autowrak de boel eens op komt schudden. Plaatsmaken ademt ondanks de zweem van dekselse branie die er hangt vooral beheerste en sensitieve kwaliteit, en weinig Sturm und Drang. Voor de rest: iedereen naar Klarendal, en wel nu.

Kinke Kooi, zonder titel (2003)
Nathalie van Duivenvoorden, zonder titel (2013)