De toekomstige geschiedenis

Agnes Winter
Saskia Laurant, ARCH.NR.139 (2014)

Op het landgoed Ockenburgh in Den Haag staat een statige villa waar twaalf kunstenaars onder de naam Locatie Z hun ateliers houden. Locatie Z is een plek waar, naar eigen zeggen, botsende vocabulaires samen komen en onderzoek en discussie voorop staan. Een belangrijk onderdeel van hun programma bestaat uit de Zzondagen die met enige regelmaat worden georganiseerd, waarbij een eendaagse tentoonstelling wordt gecombineerd met een lezingenprogramma. Op zondag 23 februari vond er weer een Zzondag plaats onder de titel Proof of a Promise. Tijdens deze zondag stond de archeologie centraal, maar niet op de traditionele manier, waarbij archeologie het verleden blootlegt. In plaats daarvan stellen de curatoren Debbie Broekers en Manus Groenen archeologie voor als een methode om naar de toekomst te kijken, zoals de ondertitel Excavating the Future al suggereert.

Zo zien we in de tentoonstelling een werk van Roger Hiorns. Zijn voorstel is om een Boeing 737 diep onder de grond te begraven en deze open te stellen voor het publiek. Via een lange wenteltrap zou men het vliegtuig kunnen bezoeken. Je kunt je voorstellen dat dit een bijna sacrale ervaring moet zijn, om diep onder de grond dit verstilde vliegtuig te betreden. Het doet denken aan een gedenkmonument of een graftombe, maar wat valt er te gedenken? Het vliegtuig zou gezien kunnen worden als de belichaming van globalisering en daarmee het kapitalistische systeem. Voorspelt Hiorns met dit werk het einde van kapitalisme? Hiorns lijkt met dit werk vooruit te denken en een gedenkteken voor de toekomst te creëren.

Een stuk bescheidener is het werk van Saskia Laurant, Arch.nr.139 (2014). In haar werk spelen verzamelingen en het archief een belangrijke rol. Zelf een verwoed verzamelaar, bewaarde Laurant stukken pleisterwerk van de Villa Ockenburgh. Dit pleisterwerk was als tijdelijke beschermlaag aangebracht op de gevel, om de originele gevel te beschermen. Een gegeven dat in eerste instantie insignificant lijkt, wordt door Laurant gepreserveerd en een deel van de geschiedenis gemaakt. Haar werk laat zien dat geschiedenis ook maar een menselijke verzameling is, van wat iemand de moeite waard vond om te bewaren.

Net als Laurant, speelt Maarten vanden Eynde met de mogelijkheid om de toekomstige geschiedschrijving te beïnvloeden. Met zijn werk Preservation of IKEA tea-cup (2005) doet Vanden Eynde een poging een icoon van deze tijd, een IKEA kopje, te bewaren voor de toekomst. Door het kopje te begraven op het Forum Romanum in Rome, hoopt hij dat het door toekomstige archeologen gevonden zal worden. Hoe het kopje in de toekomst echter zal worden geduid, zullen we nooit weten. Vanden Eynde oppert zelf een interpretatie die doet denken aan de gereconstrueerde vazen die je in een archeologisch museum vindt. De scherven van het IKEA kopje heeft hij verwerkt in een grote vaas van restauratie gips, waarmee hij de subjectieve praktijken van de archeologie op de hak neemt.

Vanden Eynde was tevens één van de sprekers die dag. In zijn lezing gaf hij ons een dieper inzicht in zijn nu al grote oeuvre. Zo vertelde hij dat de inspiratie voor Preservation of IKEA tea-cup een nieuwsbericht was, dat de IKEA catalogus inmiddels meer oplages had dan de Bijbel. Het boek dat eeuwenlang onze samenleving bepaalt had, was overtroffen door datgene wat nu onze religie lijkt te zijn: commercie.

Naast de lezing van Vanden Eynde bestond het programma die Zzondag uit lezingen van de toekomstonderzoeker Patrick van der Duin en componist Áron Birtalan. Van der Duin, docent aan de TU Delft, gaf een inkijk in zijn praktijk waarin hij de toekomst verkent. Hij wil geen futuroloog worden genoemd, hij heeft geen glazen bol waarmee hij de toekomst kan voorspellen. Wat hij wel kan doen is scenario’s maken en speculeren. Verder dringt Van der Duin erop aan dat we ons iets minder met de geschiedenis moeten bezig houden en wat meer met de toekomst. In onze snel veranderende samenleving kunnen we steeds minder leren van de geschiedenis, ondanks dat we dat graag zouden geloven. Nieuwe ontwikkelingen vragen om nieuwe methodes en denkwijzen.

Componist Áron Birtalan verrijkte het programma met zijn persoonlijke onderzoek naar ruïnes. Hij beschreef de beginnende interesse in ruïnes tijdens de negentiende-eeuwse Romantiek, toen men zelf ruïnes liet bouwen of gebouwen zo werden geconstrueerd dat het later mooie ruïnes zouden worden. Ze bouwden als het ware voor een verre toekomst, waarin ze hoopten triomfantelijk herinnerd te worden. Een kenmerk van ruïnes is dat ze steeds verder zullen vergaan, tot er niets meer van over is. Maar op welk punt is een ruïne te vervallen om het nog een ruïne te noemen? Bij beroemde ruïnes, zoals het Colosseum, wordt dit verval drastisch tegen gegaan door bijvoorbeeld metalen constructies en muren te bouwen. Het is de vraag of een dergelijk gereconstrueerde ruïne nog wel authentiek te noemen is. Birtalans onderzoek naar ruïnes past in zijn grotere onderzoek naar tijd, die hij ook toepast op het componeren van kerkmuziek.

Deze muziek bracht Birtalan ten gehore met een opmerkelijk elektronisch muziekstuk, waarmee hij de dag afsloot. Het was een geslaagde dag, waarbij de tentoonstelling naadloos aansloot op de interessante lezingen. Naast een onderzoek naar de toekomst, boden zowel de tentoonstelling als de lezingen ook een kritische blik op de geschiedenis en hoe deze ontstaat. Geschiedenis is tenslotte een menselijke creatie, slechts een subjectieve verzameling van verhalen.

Tentoonstellingsoverzicht
Zzondag lezing
Roger Hiorns, ZONDER TITEL (2013), met dank aan: Annet Gelink Galllery, Amsterdam