Het spanningsveld tussen het private en publieke domein

Cato Koole
Lennart Lahuis, DIS-PENSER (2014)

Zaandammerplein 20 blijkt naast galerie Apice for Artists ook het appartement te zijn van Daniela Apice. Dat je vanuit de tentoonstellingsruimte haar aangrenzende keuken en kantoor in kan kijken, maakt de plek alleen al interessant en fascinerend. Er is een barrière voelbaar tussen de galerie en haar private ruimte, die af en toe door Apice zelf doorbroken wordt: “Wil je ook een abrikoos?”

De kunstenaar Lennart Lahuis maakt deze overlap tussen private en publieke ruimte op geraffineerde wijze onderdeel van zijn werk. Op een van zijn bezoeken aan Apice for Artists zag hij in deze keuken een kinderfoto van Apice, waarop ze pasta eet met haar familie. De foto vormt nu samen met een pagina uit een Franse krant van veertig jaar geleden het uitgangspunt van de tentoonstelling. Beide zijn uitvergroot, waardoor de vader van Apice op de foto levensgroot is en daarmee een soort extra aanwezigheid krijgt. Hierdoor komen gedachten bij me op over de band die vader en dochten hebben en of het niet confronterend voor Apice is om steeds langs haar vader te lopen als ze een ei gaat koken of een kop thee gaat zetten.

Het werk Safari (2014) bestaat uit de uitvergrote pagina uit de Franse krant, waarin een groot artikel staat over privacyschending door technologisering, waarin het citaat ‘Safari ou la chasse Française’ uitgelicht is. Onder het artikel staan twee advertenties waaruit juist het belang van vrije toegang tot informatie blijkt. Dit spanningsveld tussen het persoonlijke en het publieke domein is het belangrijkste thema van de tentoonstelling en komt terug in elk werk in de tentoonstelling. Telkens gaan de kunstwerken een relatie aan met de ruimte, waarin zij worden getoond.

Voor het raam in de galerie wordt kranteninkt verhit tot het verdampt met behulp van een grote gaspit. Hierdoor hangt er een zoetige licht bedwelmende geur, waardoor ik me na een tijdje lichtelijk zorgen begin te maken over mijn gezondheid en die van Apice. Het was eigenlijk de bedoeling dat de inkt door de zwaartekracht van een fles naar de pijp boven de gasbrander zou verplaatsen, maar dit gebeurt nu doordat de galeriehoudster af en toe de grote fles met inkt omdraait, wat haar op nog een manier onderdeel maakt van het werk. De verdampte inkt verdwijnt via het openstaande raam naar buiten het publieke domein in. De ramen zijn afgeplakt met kopieën van de hierboven genoemde pagina uit de Franse krant, waardoor de buitenwereld afgesloten wordt. Maar gelijktijdig verlaat de damp van de inkt het open raam en dringt het geluid van spelende kinderen binnen.

Lahuis legt laag over laag van vorm en betekenis rondom het persoonlijke en het publieke. Vergeleken met eerder werk van Lahuis dat vooral over de vorm ging, zoals het werk van zijn afstudeertentoonstelling bij de Ateliers, heeft zijn werk meer inhoud en een sterker verhalend karakter gekregen, zoals de foto Zonder Titel (2014). Op de foto is een kleurplaat te zien die half ingekleurd is. Het is een kaal hoofd, waar een kind zelf een kapsel op kan tekenen en het gezicht kan inkleuren. Het is een sterk geïdealiseerd meisjesgezicht; een soort barbie meets alien door de hele grote ogen die heel ver uit elkaar staan en het mini pruillipje. Met het inkleuren van de kleurplaat zou een kind zijn eigen identiteit kunnen vormgeven. Behalve dan dat hij of zij er (gelukkig) nooit zo uit zal zien als de barbiepop of alien. Op de foto zie je alleen de blanke handen van het kind die de tekening aanreikt aan de kunstenaar om het te fotograferen. Hoewel we verder niets weten over het kind wordt een persoonlijke voorkeur duidelijk door de tekening: de kleurplaatpop is volledig roze ingekleurd.

Lennart Lahuis, APICE-SAFARI (2014)
Lennart Lahuis, ZONDER TITEL (2014)