Imprint, Visual Narratives in Books and Beyond

Barbara Collé

Vannacht vraagt iemand je: ‘Wat is het verschil tussen een serie foto’s en een sequentie van foto’s?’ Als het onderwerp de ‘ver van je bedshow’ is dan draai je je om en slaap je verder. Is fotografie, grafisch ontwerpen of theorie over fotoboeken wel je vak dan denk ik dat je de vraag vrij makkelijk opvat. Weet niet iedereen wat het verschil is tussen een serie beelden en een sequentie van beelden? Die vraag kan toch niet een reden zijn om je wakker te maken?

Misschien niet, maar als je het derde essay hebt gelezen uit de bundel Imprint, Visual Narratives in Books and Beyond, zou het wel kunnen; je bent dan in staat om op elk moment deze vraag te beantwoorden. De gehele bundel bestaat uit drie essays en een interview die gaan over het fotoboek. Dat juist het derde essay van Bettina Lockemann blijft hangen komt doordat ze haar visie net zo vaak herhaalt tot je het dromen kunt. Die herhaling is irritant maar het doel heiligt de middelen.

Bij een serie foto’s kun je een foto losmaken van de serie zonder dat de betekenis van de serie verandert. Ook de betekenis van die ene foto blijft gelijk. Als je een foto uit een sequentie van beelden verwijdert, stort de betekenis in elkaar. Als foto’s in een sequentie zijn neergezet dan maakt die specifieke volgorde de betekenis. Door er een foto tussenuit te halen breekt de opeenvolging. De foto apart heeft niet dezelfde betekenis als de sequentie.

Bij een serie kun je een foto uit de serie halen zonder betekenisverandering en bij een sequentie niet. Het is het startpunt van Lockemann, waar het haar brengt, kun je zelf lezen in haar essay van 46 pagina’s met steengoede fotoboekvoorbeelden. De fotoboeken die zij aanhaalt, zijn fotoboeken waar je later nog eens aan terugdenkt. En dat is ook precies de reden waarom Lockemann zoekt naar een theorie van fotoboeken. Wat maakt het dat bepaalde beeldsequenties nog tijden later voor je geestesoog verschijnen? Wat heeft dat te maken met begrip of beleving?

Haar voorgestelde benadering is louter gericht is op fotoboeken. Dat klinkt als overbodige informatie, maar in theoretische benaderingen van fotoboeken is het bijna altijd leentje buur bij muziektheorie, taaltheorie of filmtheorie. Als het gaat om een beeldsequentie wordt deze vergeleken met de werking van een sequentie in een film. Als er bijzondere ritmes of herhalingen in een fotoboek voorkomen wordt de vergelijking met muziek gemaakt. En als de fotografie wordt bekeken gaat dat vaak met een taal- of betekenistheorie.

Een goed fotoboek kan je als lezer net zo raken als een muziekstuk of een gedicht. De aanspraak die het kunstwerk op je verbeelding doet is misschien gelijk. Maar een fotoboek is iets anders dan een film of een gedicht en niet alleen op technisch vlak. Een fotoboek komt anders bij je binnen. Het ligt in je handen en je slaat de bladzijdes om, je ziet foto’s, leest misschien teksten, voelt het papier. Het verschijnt anders aan je dan andere vormen van kunst en daarom is het vooral voor makers van fotoboeken van belang om een eigen benadering te hebben. Zodat we erover kunnen spreken en de makers van fotoboeken zich kunnen ontwikkelen. De bundel Imprint zet door opname van dit essay een interessante stap in dit gesprek.

Gerry Badger, David Bate, Bettina Lockemann, Michael Mack
Art And Theory Publishing
ISBN 9789198087444