Demografie op doek

Esmee Postma
Rossella Biscotti, 10x10 (2014). Installatieoverzicht Museum Haus Esters (2014). Foto: Volker Döhne

De ster van de Italiaanse kunstenaar Rossella Biscotti is rijzende. Deze Rijksakademie-alumna verwierf op de Biënnale van Venetië in 2013 bekendheid bij het grotere publiek met het werk I Dreamt that You Changed into a Cat… Gatto… ha ha ha. Voor dit kunstwerk verwerkte zij de dromen van gedetineerden in een vrouwengevangenis op het Venetiaanse eiland Giudecca tot een multimediale installatie. In haar projecten staan vaak de verhalen centraal van individuen, wier leven op uiteenlopende wijze getekend wordt door maatschappelijke gebeurtenissen of conventies.

Voor haar nieuwste project 10 x 10 (2014) dook Biscotti in de geschiedenis van de textielindustrie en meer specifiek in de ontwikkeling van het Jacquard-weefgetouw in de negentiende eeuw. Door gebruik te maken van een techniek van ponskaarten waren deze weefgetouwen in staat tot het maken van voorheen ongekende complexe patronen. Ponskaarten, die werken volgens het binaire systeem van nullen en enen (wel of geen perforaties in de kaart), zijn een vroege vorm van dataverwerking en behoren daarmee tot een van de vroegste voorlopers van de moderne computer.

Voor 10 x 10 ontwikkelde Biscotti stoffen waarvan de patronen, geweven met de Jacquard-getouwen, tot stand kwamen op basis van statistische gegevens. Uit een Brussels bevolkingsonderzoek naar de veranderingen in gezinsstructuren destilleerde de kunstenaar (die in Brussel woont en werkt) een aantal demografische data die ze verwerkte in een serie monumentale wollen stoffen. Bij Wilfried Lentz worden momenteel drie exemplaren tentoongesteld. In een felverlichte ruimte op de tweede verdieping van de onlangs verhuisde galerie hangen de stoffen aan katrollen verspreid door de ruimte en over de vloer. De werken hebben een strak blokpatroon van vierkante blokjes in verschillende grijstinten met hier en daar een felrood of geel element, en doen denken aan de geblokte textielontwerpen van Bauhaus.

Helemaal toevallig is dit overigens niet: 10 x 10 kwam tot stand met steun van het Ludwig Mies van der Rohe-stipendium voor Haus Esters in Krefeld, in 1927 ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe als woonhuis voor Josef Esters, directeur van meerdere textielfabrieken. Op deze manier maakt Biscotti niet alleen een directe historische connectie met de plaats van oorsprong, maar ook met de toen heersende stilistische tendensen.

Het werk is gemaakt voor de ruimtes van Haus Esters en dat is merkbaar in Rotterdam. In de krappe galerieruimte komen de doeken, die tot negen meter lang zijn, zowel conceptueel als visueel niet optimaal tot hun recht. De drie getoonde stoffen zijn een fragment van het totale onderzoek, waardoor het verhaal incompleet is. Ook de opstelling van de stoffen, als architectonisch element dat de ruimte opdeelt, vraagt om een ruimere opzet.

Hoewel de tactiele en visuele kwaliteiten van de lappen aantrekkelijk zijn, blijkt het uiterlijk ondergeschikt aan de statistische data: de cijfers en aantallen van de gegevens corresponderen met de verschillende grijstinten: oplopende eenheden corresponderen met het donkerder worden van grijstinten. De gegevens die resulteerden in de stofpatronen zijn anoniem en daardoor onpersoonlijk.

De lappen kunnen worden gezien als een alternatieve presentatie van de resultaten van het onderzoek. Dit wordt bedoeld of onbedoeld nog eens benadrukt door het witte tl-licht in de ruimte, dat de sfeer ademt van een laboratorium, een neutrale ruimte waar data wordt verzameld, verwerkt en geanalyseerd.

Onder aan elke lap stof bevindt zich echter een geel en rood blokje, gevolgd door de persoonlijke informatie van een individu. Leeftijd, sekse, nationaliteit, herkomst, burgerlijke staat en eventueel nageslacht zijn uitgesplitst en bepalen de positie van iedere participant in het patroon van de stof, waar het rood en geel ook in terugkomt en oplicht als heldere lichtpuntjes in een zee van grijs.

De voorbeelden individualiseren het onderzoek en zorgen voor een vorm van empathie bij de toeschouwer. Een kleed met de volkstelling van eenpersoonshuishoudens wordt persoonlijk door het verhaal van een twintigjarige alleenstaande Congolese vrouw met een vijfjarig zoontje. De verhalen zijn aangrijpend, maar spelen een ondergeschikte rol aan het inzichtelijk maken van de dataverwerking.

Biscotti verwerkt op heldere wijze verschillende geschiedenissen: de geschiedenis van een weeftechniek in combinatie met de voorgeschiedenis van Haus Esters, en het gebruik van ponskaarten als vroege vorm van dataverwerking in combinatie met de demografie van Brussel als multiculturele metropool. Het concept is sluitend, misschien wel iets te sluitend. Wat wil Biscotti ons precies vertellen, tot welke gedachten wil ze de kijker aansporen? Waar zij de toeschouwer in eerder werk aan het denken zet over maatschappelijke conventies en de uitwerking die deze kunnen hebben op individuele levens, blijven deze vragen in 10 x 10 op de achtergrond.

Dan zie ik, bij het verlaten van de tentoonstelling, de achterzijde van een van de stoffen. Hier is geen sprake van een strak blokpatroon, maar lopen de tinten in elkaar over in vloeiende lijnen. Zou dit een boodschap zijn? Ik vind het in ieder geval een mooie gedachte: statistische gegevens in een state of flux, de alleenstaande tienermoeder wier gezinssituatie vroeg of laat kan veranderen.

Rossella Biscotti, 10x10 (2014), detail. Installatieoverzicht Museum Haus Esters (2014). Foto: Volker Döhne