Onverwachte perspectieven

Niels van Maanen
Jasper Niens, UNTITLED, 2015

Jasper Niens (1980) is een ontregelaar in hart en nieren. Hij bouwt grootschalige, architecturale installaties die de indeling en het gebruik van bestaande ruimtes bepaald niet ongemoeid laten. Zo liet Niens de bezoekers van kunstbeurs Art Basel Miami Beach 2010 zich door een uiterst nauwe gang wurmen om de stand van galerie West uit Den Haag te kunnen bezichtigen. Bezoekers van ARCOmadrid 2013 kregen daarentegen een onvoorzien weids uitzicht aangeboden doordat Niens een grote trap in de beursstand van West bouwde. Tot en met augustus dit jaar is in Nieuwe Vide in Haarlem zijn installatie Inside out & Upside down (2014) te zien, een enorme ribbenstructuur die de expositieruimte in vieren deelt. Niens werpt obstakels op, biedt beschutting en opent onverwachte perspectieven.

In opdracht van Gimme Shelter realiseert Niens momenteel een installatie op het terrein van Fort bij Vijfhuizen. Een door Niens ontworpen brug zal het fort met de nabijgelegen, maar enkel via een forse omweg te bereiken, dijk verbinden. In navolging van Gimme Shelter vroeg ook Tubelight aan Niens een werk te maken.

Niels van Maanen: Ik ken je als een rasechte bouwer. Hoe is het om nu in Tubelight een tweedimensionaal werk te presenteren?

Ik speelde al langer met dat idee. Al mijn installaties komen namelijk voort uit tekeningen. Als ik een installatie ontwerp, dan doe ik eerst altijd grondig onderzoek naar de locatie. Ik meet de plek op en maak er vervol¥gens met de computer een 3D-model van. Aan de hand daarvan denk ik na over wat ik wil gaan doen en maak ik ontwerpen. Onder andere met behulp van Grasshopper, een applicatie waarmee je 3D-vormen kunt programmeren. Veel van die ontwerptekeningen zijn mooi om naar te kijken, en in de toekomst zou ik er daarom graag grote prints van maken, ook bij wijze van onderzoek. Voor Tubelight wilde ik een veel abstracter werk maken. Ik heb ankerpunten aangegeven op een netstructuur en er daarna krachten op losgelaten. Zo ontstaat een interessant lijnenspel. Toch zullen de tekeningen altijd ondergeschikt blijven aan mijn driedimensionale werk. Ik ben en blijf een bouwer.

De laatste jaren zijn je installaties steeds grootschaliger en complexer geworden.

Vroeger deed ik alles zelf: tekenen, uitmeten, zagen. Maar de laatste drie jaar zijn mijn installaties allemaal digitaal ontworpen. Houten onderdelen laat ik tegenwoordig door een machine snijden. De vormen in mijn werk zijn zo complex geworden dat ik ze Ÿberhaupt niet meer zou kunnen uittekenen. Ik wil daar in de toekomst nog veel verder in gaan. Samen met ontwerper Thijs Ewalts heb ik afgelopen zomer een bedrijf opgericht: Superproject. Met behulp van software ontwerpen we in opdracht van klanten complexe, geometrische vormen. We voorzien klanten ook gelijk van de snijpatronen om de vormen snel en accuraat te fabriceren. Dat wat ik met Thijs doe, wijkt eigenlijk niet zo veel af van mijn eigen praktijk. Het enige verschil is dat ik radicaler kan zijn in mijn eigen werk. Zo is de installatie die ik bij Nieuwe Vide heb ge•nstalleerd gerelateerd aan de schouderbreedte van de mens. Dat kan alleen in een galerieruimte.

Mis je het niet om te werken met je handen, nu je tijdens je ontwerpproces zo afhankelijk bent geworden van software?

Ja, het is natuurlijk een beetje jammer dat ik tegenwoordig eigenlijk alleen nog maar met de computer werk. Ik kan niet langer zomaar even met de hand een simpele maquette maken. Tegelijkertijd heb ik hier natuurlijk ook voor gekozen. Mijn mogelijkheden zijn enorm vergroot. Ik kan nu in mijn eentje gigantische dingen bouwen. Daar had ik eerst heel veel mensen voor nodig.

Ook voor Gimme Shelter ontwierp je weer een grootschalige en complexe installatie.

Toen mij werd gevraagd om een werk te maken voor Fort bij Vijfhuizen ben ik er gaan kijken. Wat me direct opviel was de dubbele gracht rondom het fort. Tussen beide grachten in ligt een laag dijkje, dat je alleen via de uiterste zijkanten van het terrein kunt benaderen. Vanaf de dijk kun je Vijfhuizen mooi van een afstand bekijken, en daarom besloot ik een brug te ontwerpen. De brug bestaat uit twee delen: een vlonderbrug, aan de zijde van het fort, met daaraan vast een opklapbare brug. Deze opklapbare brug zakt in onder het gewicht van mensen, waardoor ze de dijk kunnen bereiken. Als je alleen bent zul je de overkant Ÿberhaupt niet halen, want daar is het gewicht van meerdere mensen voor nodig.

Je installaties zijn altijd locatiespecifiek. Wat gebeurt er eigenlijk mee nadat ze zijn afgebroken?

Ik bewaar veel van mijn installaties. Hier in mijn studio staat bijvoorbeeld een grote, houten kist met daarin Revolver, de trap die ik bouwde voor ARCOmadrid. Om de trap opnieuw betekenis te geven, zou ik de beursstand weer moeten opbouwen. Hij is namelijk specifiek voor die context ontworpen. Het zou zonde zijn om de trap los te verkopen. Een deel van het interieur van mijn stu¥dio heb ik gebouwd met materiaal afkomstig uit oudere werken. Vroeger kon dat nog. Als ik een installatie maakte, bleven de onderdelen basismaterialen. Recht¥hoekige, houten planken kun je makkelijk hergebruiken. Bij mijn huidige werk is dat niet langer het geval. Elk onderdeel heeft tegenwoordig een complexe vorm en unieke afmetingen. Om het overzicht te bewaren, moet ik elk onderdeel voorzien van een code. Wat moet je daar nou nog mee?