Wij wachten moedig

Manon de Vries
Esther Jiskoot in haar studio, COURAS NR. 2, 2015

Een beeld van 1,60 meter groot zit in een inham boven de entree van KunstFort Asperen. Een fort dat ooit gebouwd werd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, waar soldaten wachtten op een vijand, die nooit kwam. De sculptuur boven de inham is een reusachtige figuur, voorzien van een grote romp met tentakels gemaakt van honderden koperen schildjes, die vermoeid rust en uitkijkt naar een vijand die nooit komt.

De in 1963 in Breda geboren Esther Jiskoot maakt sinds haar afstuderen aan de Rietveld Academie en de Rijksakademie in 1993 sculpturen met zeer grillig en kleurrijk glas die tegelijkertijd robuust én kwetsbaar zijn. Ze houden het midden tussen man en vrouw, hebben vreemde aanhangsels en uitstulpingen. Haar werk gaat vaak over tegenstellingen. Het verleiden en het afstoten, het mannelijke en het vrouwelijke, of het kwetsbare en het sterke. Jiskoot: “Schijnbare tegenstellingen die bijna altijd samengaan en onderdeel zijn van de menselijke natuur.” Loop om Jiskoots beelden heen en een wereld van vier dimensies opent zich. “Glas,” zegt de kunstenaar, “is één van de weinige materialen die licht in zich vangt, maar zelf ook diepte in zich heeft.” Misschien staat glas voor Jiskoot daarom wel voor zuiverheid.

In de sculptuur met de titel Couras nr. 2, dat Jiskoot maakt voor Gimme Shelter, komt geen glas voor. Wel piepschuim, touw, ijzergaas, haakwerk en honderden schildjes van gebogen koper. Toch draait het ook in dit werk om Jiskoots favoriete thema, licht en innerlijke reflectie. “Glas trekt het licht in het beeld, maar bij het thema ‘wachten op de vijand’ was het beter om het licht terug te kaatsen als een beschermwand, daarom heb ik nu niet voor glas gekozen.” Jiskoot liet zich inspireren door een brief van een kapitein die het fort moest bewaken. Uit die brief kwam naar voren dat het grootste gevecht van soldaten tegen de verveling was. Om dit tegen te gaan hield de kapitein hen constant bezig om zo baldadigheid te verhinderen. Allerlei klusjes liet hij zijn mannen doen, zoals het eindeloos oppoetsen van de geweren. Dit beeld zou het resultaat kunnen zijn van een dergelijk tijdverdrijf, wat Jiskoot versterkt door haar gebruik van materialen die voor de soldaten voorhanden waren.

Het wachten op de vijand had als gevolg dat de soldaten constant in verschillende gemoedstoestanden verkeerden. Want wat voor beeld ontstaat er van jezelf en de ander als je jaren op een onzichtbare vijand wacht? Houd je moedig vol, of zakt de moed je regelmatig in de schoenen? En als je het soms even niet meer ziet zitten, hoe pep je jezelf dan weer op? Niemand kan zich constant heroïsch voelen. Deze vragen liggen ten grondslag aan de sculptuur, en zijn ook de gedachten die door de hoofden van de kijkers gaan spoken. De twee kanten van wachten vormen tevens de inspiratie voor de titel van het werk, een samentrekking van courage (moed) en as (kruispunt).

“Het beeld straalt ambivalentie uit: het is fysiek sterk, maar ook vermoeid. Het wil graag verleiden, maar stoot ook af,” aldus Jiskoot. “De tentakels van het beeld zijn een soort touwen waarin je naar boven kunt klimmen, om zo nog verder te kunnen uitkijken.” Maar ook de tentakels dragen dat dualisme in zich. Aan de andere kant van het kunstwerk stromen ze het beeld weer uit: als de moed die langzaam uit de lamlendige wachter druipt.

Esther Jiskoot in haar studio, COURAS NR. 2, 2015