Realtime Archeologie

Zippora Elders
Kristine Nørgaard Andersen, VRIJPLAATS - TUBELIGHT #96

 

Kunst is niet altijd in woorden te vatten. Vaak opereren kunstenaars op de randen van disciplines en zoeken ze blinde vlekken op: wat niet benoemd is, wat niet gezien wordt, of wat er in het dagelijkse bestaan niet toe lijkt te doen. In een tijdperk van gepolijste interfaces en snelle communicatie verkent Kristine Nørgaard Andersen (1986) juist het onvoltooide werk, de processen voorafgaand aan het eindproduct en de ‘achterkant’ van de resultaten.

Andersen studeerde grafisch ontwerp aan de Gerrit Rietveld Academie, en volgt nu de tweejarige master Studio for Immediate Spaces aan het Sandberg Instituut. Tijdens deze interdisciplinaire, op de praktijk georiënteerde opleiding volgt Andersen haar interesse in de betekenis en het gebruik van ontwerp in de alledaagse omgeving.

Begin augustus 2015 reisde ze naar Tate Modern in Londen, waar een piramidevormige museumuitbreiding van architectenbureau Herzog & De Meuron in aanbouw is. Het proces dat momenteel gaande is, is voor Andersen vele malen intrigerender dan het uiteindelijke, elf verdiepingen tellende gebouw.

 

Zippora Elders: Waarmee ben je momenteel bezig in Londen?

 

Kristine Nørgaard Andersen: Ik ben fragmenten van de bouwplaats aan het verzamelen. Die plek is het uitgangspunt van mijn onderzoek. Ik ben ook geïnteresseerd in de bouwplaats als fenomeen, hoe deze dient als begrenzing en inkadering. Daarbij ben ik niet zozeer geïnteresseerd in de betekenis van de betreffende instituten, maar eerder in de transformatie van de ruimtes. Ik wil architectuur benaderen als een locatiespecifieke performance: iets dat voortdurend in beweging is en waarin de context en omgeving als het ware coauteurs zijn. Vaak zien architecten ‘hun’ voltooide meesterwerk als een statisch ding. Ik geloof daar niet in. De veranderende context is minstens zo belangrijk voor de betekenis van een gebouw als de vooropgezette bedoeling.

 

Wat gebeurt er met het gebouw waar je nu naar kijkt?

 

Het wordt een enorme tentoonstellingsruimte met talloze verschillende zalen. Wat me vooral fascineert, is het gebied in de kelder van het museum. Daar wordt nu een tafel getoond vol met beelden en modellen van ‘de toekomst’ van het museum. Er is een time-lapse-presentatie die elke vijftien minuten een foto maakt van de bouwplaats. Ik ben benieuwd of Tate dit blijft doen als het gebouw klaar is. Waarschijnlijk niet, maar ik zou het graag willen.

 

Waar komt je fascinatie voor architectuur en bouwplaatsen vandaan?

 

Mijn praktijk heeft een lange, niet-lineaire geschiedenis. Ook toen ik nog vooral met grafisch ontwerp werkte, was ik al ‘hands on’ bezig tijdens het maakproces. Ik prefereer een tactiele manier van werken, met veel gevoel. Tegenwoordig is grafisch ontwerp meer een middel voor me om ruimtes en processen te begrijpen.

 

Denk je dat de wereld geobsedeerd is door eindresultaten en het communiceren daarvan?

 

Ja! Londen zit vol met beelden van eindresultaten. De helft van de stad bestaat uit bouwplaatsen, die stuk voor stuk een statische 3D-visualisatie tonen van het uiteindelijke gebouw dat daar komt te staan. Maar zo’n gebouw is helemaal niet statisch. Ontwerp geeft de illusie van een eenduidig, ‘af’ beeld dat we allemaal in een paar seconden kunnen begrijpen.

 

Kun je iets vertellen over de collage over het nieuwe Tate-gebouw, die je voor Tubelight hebt gemaakt?

 

De verzamelde afvalmaterialen zie ik als bewijsstukken van de bouwplaats: iets voor de isolatie, iets voor de façade – ze vertegenwoordigen de lagen van het gebouw. Op dit moment kijk ik naar twee jongens die de hekken van de bouwplaats verven. Het doet me denken aan het steeds weer opnieuw verven van museummuren voor de volgende tentoonstelling. Op dit moment is de afscheiding mooi en grijs, en ze fungeert als het kader voor dit fantastische gebouw dat eraan komt. Maar uiteindelijk zal men dat kader weghalen. Ik geloof dat een afscheiding zelf ook zeggingskracht heeft: het is niet slechts de steun of de vorm voor het nieuwe gebouw.

 

Terwijl de processen die je onderzoekt zich op dit moment voor onze ogen voltrekken, opereer jij als een archeoloog?

 

Ik vind het interessant om op die manier naar ontwerp te kijken, hoe het ingezet wordt en functioneert op specifieke plekken. Nu ik bijvoorbeeld naar de bouwplaats bij Tate Modern kijk, onderzoek ik de bewegwijzering en posters die eromheen zijn geplaatst. Ik vind het opmerkelijk hoe een plek gereduceerd kan worden tot bewegwijzering van wat het moet zijn: de relatie tussen een omgeving en haar beeld, een relatie tussen wat mag zijn en wat niet mag zijn. Ik ben gefascineerd door die momenten waar het om draait, bijvoorbeeld als het gebouw ‘af’ is, maar meer nog in de onzichtbare processen daaromheen.

 

Je achtergrond in grafisch ontwerp speelt een belangrijke rol in je praktijk, maar de nadruk ligt nu op bouwplaatsen en tentoonstellingsruimtes. Volgens mij gaat je werk steeds meer over je algemene manier van kijken en het denken over min of meer openbare ruimtes.

 

Precies. Een vriend zij eens over mijn fascinaties: ‘You just like to look at a painting when it’s drying.’