Iets groots en complex

Sietske Roorda
Magali Reus, LEAVES (2015) foto: Daniel Nicolas

Er gaat een gevoel van opluchting door mij heen als ik de eerste zaal van De Appel in stap. Het werk dat Magali Reus voor de Prix de Rome heeft gemaakt is daar te zien. Hier geen teksten die meerdere kantjes in beslag nemen of uren durende monologen; een terugkerend fenomeen bij de Prix de Rome. Er hangen vijf uitvergrote hangsloten aan de muur die je van beide kanten kunt bekijken. Fijn, herkenbare objecten, maar Reus toont de kijker ook de binnenkant van het hangslot. Er zijn meerdere lagen metaallegering te zien, en een complex onbegrijpelijk systeem dat veel weg heeft van de binnenkant van een computer. Op de sloten hangen nummertjes en afkortingen van maanden; grafische verwijzingen naar de Westerse kalender. In het boekje lees ik dat het referenties zijn naar verjaardagen, jubileums, deadlines en sterfgevallen. Volgens Reus zelf is het een ‘metafoor voor inhoud die we net niet kunnen bevatten.’

Dat is het algehele gevoel dat je doorgaans bekruipt als je op de Prix de Rome rondloopt. De deelnemers aan de Prix de Rome zijn vaak jonge kunstenaars die meestal met een klein gebaar je al aan het denken kunnen zetten. Met hun nominatie voor de Prix de Rome, voel je de druk op de kunstenaars om opeens iets groots en complex neer te zetten. Dat kan goed uitpakken, maar het kan ook leiden tot werk waar geen touw meer aan vast te knopen is.

De moed zakt me in mijn schoenen als ik de volgende zaal betreed waar het werk van Hedwig Houben te zien is. Aan de ene kant van de zaal is een auto van klei. In de ramen en op de motorkap zie je vingerafdrukken en stiekem wil ik ook mijn sporen achterlaten. Aan de andere kant zien we een filmprojectie. Houben staat voor dezelfde auto van klei met een buste van zichzelf in de hand. In het boekje lees ik dat het werk Personal Matters and Public Affairs (2015) gaat over ‘ik’ en ‘de ander’. Houben is een heel verhaal aan het afsteken, maar ik vind het moeilijk te volgen. Het is een valkuil waar kunstenaars vaker in stappen: Engels spreken in plaats van in je moedertaal met ondertiteling, en dat dan weer te monotoon, waardoor het voor de luisteraar onduidelijk is waar de ene zin eindigt en de andere begint. Het is jammer, want het maakt het onnodig moeilijk voor de toeschouwer om het werk tot zich te nemen. Met de beste wil van wereld snap ik er na vijf minuten nog steeds weinig van. Ik kom later nog een keertje terug om een poging te wagen, maar ik faal weer miserabel.

Gelukkig word ik boven blij verrast door Foundland bestaande uit Lauren Alexander en Ghalia Elsrakbi. Hun werken kosten ook enige tijd en moeite om te begrijpen, maar er zijn voldoende aanknopingspunten om de kijker aan te spreken. De vloer van de kamer bijvoorbeeld ziet eruit als een bordspel met een raster van lijnen met daartussen sterretjes. Die elementen zouden samen herkenbare nationale vlaggen kunnen vormen. Voor mij staat een tafel met blokken die stukken land van Syrië representeren. De stukken land liggen door elkaar heen, alsof Syrië in scherven kapot gevallen is. Verder is er een hele grote glazenbak vol met pingpongballen met daarop teksten geschreven. Ik lees dat dit een ode is aan een protestactie in 2011 in Syrië. Protestleuzen verspreiden is gevaarlijk in Syrïe en daarom werd dit via pingpongballen gedaan.

In de zaal wordt ook het videowerk Scenarios for Failed Futures (2015) afgespeeld. Hierin worden verschillende voorspellingen gedaan over de toekomst van Syrië en hoe deze toekomstscenario’s zullen falen. Telkens zien we de digitale puzzelstukjes, dobbelstenen en pingpongballen door het beeld zweven. Als er sprake is van de betrokkenheid van Amerika zien we de dollarmunt van Amerika draaiend in beeld; kop of munt. Telkens wordt er in het werk gerefereerd naar kansspelletjes met betrekking tot de politieke situatie in Syrië. Daardoor krijg je de illusie een overzichtelijk objectief beeld te hebben van de situatie. De voorspellingen worden echter gedaan door de vader van Elsrakbi die zelf recent uit Syrië is gevlucht. Hij probeert vat te krijgen op de complexe situatie door zoveel mogelijk bronnen van nieuws over Syrië bij elkaar te brengen. Het werk blijkt opeens heel persoonlijk te zijn en maakt de complexe situatie maar heel even bevattelijk.

In de laatste zaal is het werk How to Live Together: Sequentia van de van Rwandese afkomst Christian Nyampeta te zien. Naast zijn videowerk is er een studiezaal met boeken, waarbij ik mij afvraag: wie maakt hier gebruik van? Nyampeta’s videowerk bestaat uit vier beeldschermen, waarop het leven op een fictieve kostschool in Rwanda te zien is. Weer pak ik de tentoonstellingstekst erbij, en ik lees dat dit werk over ritme gaat, en ik zie inderdaad een ritme in hoe de leerlingen touwtje springen, de stoep vegen en in de rij staan te wachten. Na deze scènes volgen er gesprekken met filosofen actief in Rwanda of levend in asiel. Ik ben best benieuwd, alleen duurt de film nog 45 minuten. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat ik geen tijd heb om verder te kijken. Ik geef op en ben mij bewust van mijn falen. Ik ga naar beneden.

Ik loop nog langs het werk van Reus. Foundland is mijn favoriet, maar Reus verdient te winnen. Ze heeft op zo’n simpele manier iets heel complex zichtbaar gemaakt wat eigenlijk weer heel alledaags is. Het is iets wat kandidaten van de Prix de Rome zelden lukt.

Hedwig Houben, PERSONAL MATTERS AND PUBLIC AFFAIRS (2015) foto: Daniel Nicolas
Foundland, FAILED FUTURES & EXTENDED BORDERS (2015) foto: Daniel Nicolas
Christian Nyampeta, HOW TO LIVE TOGETHER: SEQUENTIA (2015) foto: Daniel Nicolas