Uithangborden op de digitale snelweg

Brenda Tempelaar
Suzanne Treister, HFT THE GARDNER/BOTANICAL PRINTS (2014-2015), tentoonstellingsoverzicht. Foto: Gert-Jan van Rooij

De dag nadat ik Algorithmic Rubbish: Daring to Defy Misfortune in SMBA bezocht, surf ik op mijn laptop naar Karen (2015). Ze bevindt zich op de website van kunstenaarsgroep Blast Theory. Karen is een levenscoach, iemand die me helpt om bepaalde dingen in het leven te doorstaan. Door vragen te stellen kan Karen leren wat voor persoon ik ben, en kan ze me persoonlijk advies geven.

Karen is grappig, nieuwsgierig en betrokken. Haar grote blauwgroene ogen kijken me bemoedigend aan vanonder een bruine pony. Maar een unheimisch gevoel bekruipt me als ik lees dat Karen met me wil afspreken. Ik kan haar downloaden als app, en ik overweeg dat te doen. In het holst van de nacht zal Karen me bellen om met me te praten over mijn leven. Om gek van te worden, lijkt me. Maar ik ben ook benieuwd naar Karen, of liever gezegd, die anonieme schurken van kunstenaars die schuilgaan achter Karens schijnbare onschuld.

Algorithmic Rubbish gaat over de manier waarop de deelnemende kunstenaars in deze tentoonstelling geheimzinnige strategieën uit de digitale wereld naar hun hand zetten. De titel van de tentoonstelling werd automatisch gegenereerd en verwijst naar de rol van algoritmes in het werk van de kunstenaars en in de samenleving. Algoritmes verbinden ons met elkaar en leiden tot producten die ons leven beïnvloeden.

Ze omringen ons in onschuldige vermommingen, zoals Karen. In SMBA hangt haar gezicht op een groot diagonaal geplaatstscherm. Boven haar hoofd lees ik ‘A white lie is often a good thing’. Links en rechts de opties ‘Strongly disagree’ en ‘Strongly agree’. Ik denk na over deze vraag, met de betrouwbare ogen van Karen op mij gericht. Nergens kan ik mijn keuze ingeven. Pas als ik de app download zal het menens worden. Langzaam maakt Karen me duidelijk dat de tentoonstelling een reclamecampagne is. Of, in de woorden van curator Jelle Bouwhuis en assistent-curator Joram Kraaijeveld, ‘een uithangbord voor kunst in het digitale domein’. Als reclameborden voor een Italiaans restaurant langs een autosnelweg zijn deze werken als het ware aan de tentoonstellingsruimte vastgegroeid; op internet en hard drives, verscholen in software.

Het meest in het oog springt Suzanne Treister, die met weinig middelen de occulte, fictieve wereld van haar project HFT, The Gardener (2014/2015) weet neer te zetten. Twintig zwarte prints waarop tekeningen van kleurrijke planten zijn afgebeeld vatten haar boodschap samen. Als in neon gehulde sterren doemen ze op uit het donkere vlak. Bovenaan prijken namen van bedrijven die vanwege hun beursnotering zijn opgenomen in de Financial Times Global 500 Index, zoals Samsung of Apple.

Hillel Fischer Traumberg, een door Treister verzonnen personage dat zijn initialen deelt met high-frequency trading (ofwel flitshandel), experimenteert hier met een kabbalistische vorm van numerologie die Gematria wordt genoemd. Deze leer zet woorden om in getallen en vice versa. Een algoritme doorzocht het internet op planten met een getalswaarde tussen 1 en 20, gelijk aan de twintig hoogst genoteerde bedrijven op de beurs van 31 maart 2014. Treister maakte dit mogelijk door de botanische namen te vertalen naar het Hebreeuws, een taal waarin alle letters een eigen getalswaarde hebben. Als een echte flitshandelaar laat HFT de kijker verbluft achter met de neus haast tegen het papier gedrukt, gissend naar een verband tussen planten en bedrijven.

Ook Femke Herregraven is in haar video-installatie Precarious Marathon (2015) op zoek naar het vermogen van algoritmes om verbanden te leggen. Vier schermen hangen op kleine hoogteverschillen in een verduisterde ruimte. De door een computer gegenereerde vlakken en lijnen dansen over de schermen met felgele, violette en turquoise achtergronden. Een oneindig gesprek vindt plaats tussen chatbots: een moderator, een flitshandelaar, een kunstcriticus en een kunstenaar met chronische slaapproblemen. Beleefde uitingen over en weer lichten als ondertiteling op van de verschillende schermen.

De titel Precarious Marathon verwijst naar de onvoorspelbare uitkomst van het geheugen en gedrag van de vier deelnemers en hun onuitputtelijkheid. De dansende vlakken en lijnen geven het gesprek fysiek gestalte, als een choreografie die uitbeeldt hoe vier mensen van vlees en bloed met elkaar om zouden gaan in een ruimte. Met het verschil dat de bots in Precarious Marathon nooit verveeld of moe worden, tenzij je de stekker eruit trekt.

Hoe gemakzuchtig ik mijn eigen keuzes laat afhangen van een algoritme van Google, zo veel moeite kost het me om Karen, Gematria en de chatbots toe te laten in mijn leven. Langzaam begin ik te begrijpen waarom deze kunstenaars hebben ingestemd met een tentoonstelling bij SMBA. Zij willen de algoritmemarkt terug veroveren. In de greep van het bedrijfsleven of beurshandel zijn algoritmes resultaatgericht, maar in handen van kunstenaars worden zij het doel zelf, en worden hun mechanismes op gevatte wijze geopenbaard. De tentoonstelling vraagt ons de afslag te nemen: download Karen, verdiep je in de manier waarop ook de kunsthandel wordt overgenomen door computers en leer Gematria. Omarm ze, met het gemak waarmee we alle andere algoritmes in ons leven hebben gesloten.

Suzanne Treister, HFT THE GARDNER/OUTSIDER ARTWORKS (2014-2015), tentoonstellingsoverzicht. Foto: Gert-Jan van Rooij