Collectiekwartetten

Menno Dudok van Heel
Tentoonstellingsoverzicht, foto: Konstantin Guz

Welke antwoorden krijg je als je vragen stelt over de inhoud en de kwaliteit van een bedrijfscollectie? De Vereniging Bedrijfscollecties Nederland blikt terug op de afgelopen tien jaar maar de geschiedenis van de Nederlandse bedrijfscollecties dateert van veel eerder. Vóór de jaren 70 werd deze vooral aangelegd vanuit het oogpunt van de mecenas: de bedrijven hielpen kunstenaars en kleedden met hun werken de kantoorpanden aan. Deze functie verschoof in de jaren 70 naar de uitstraling van het bedrijf: kunst als corporate identity. In de jaren 80 verbond men kunst aan arbeidsproductiviteit: de kunstwerken zorgden voor mooie en inspirerende werkplekken en daarmee ook voor gemotiveerde medewerkers. Vanaf de jaren 90 kwam de aloude mecenaatfunctie weer terug, maar nu niet met een directe betrekking op de kunstenaar, maar meer als verantwoordelijkheid naar de samenleving toe. Kunst werd beschouwd als onderdeel van het leven en daarmee hadden bedrijven de taak van het verzamelen en tonen van kunst ook opgevat. Wat nou precies de functie van kunst in het bedrijf van de 21ste eeuw is blijft mij een raadsel.

In deze tentoonstelling VBCN 10 jaar jong wordt gekeken naar het verzamelbeleid van de afgelopen jaren. Maar curatoren Alix de Massiac en Vincent van Velsen hebben niet naar de kunstwerken zelf gekeken. In plaats daarvan hebben zij een aantal parameters op de collectiedata losgelaten en hiermee de tentoonstelling samengesteld. Wat is het meest uitzonderlijke en wat is het meest gangbare object uit de collectie? vroegen zij zich af. Het resultaat is een kakofonie van tegenstellingen. De inrichting van de tentoonstelling was eerst thematisch bedacht, maar de selectie kunstwerken maakte dat onmogelijk. Het is interessant om te zien hoe de tentoonstellingsmakers hun keuzevrijheid aan de kant hebben gezet en voor deze conceptuele en kwantitatieve benadering hebben gekozen.

Wat je ziet in de ruime galerie in de Jordaan is een verbijsterend geheel. Hier blijkt dat de uitersten voor bedrijven vaak bij video- of installatiekunst liggen en dat het merendeel tweedimensionaal is, zoals de Massiac bevestigd: ‘omdat het kantoormuren zijn, en die worden behangen met tweedimensionaal werk’. Naast de selectie die uit de collecties naar voren kwam hebben van Velsen en de Massiac vijf kunstenaars gevraagd om te reflecteren op hun concept. Hier is werk uit voortgekomen van Sema Bekirovic, Lotte Geeven, Thomas van Linge, Jonas Lund en Céline Manz. De uiteenlopende visies en werkwijzen van de kunstenaar doorbreekt het strakke stramien van de datasets en zorgt voor adempauze. Jonas Lund’s Achievement Awards zijn misschien nog wel het meest sprekend voor de willekeur in verzamelbeleid. Bij binnenkomst staat een reeks opgepoetste trofeeën in rij met daarop de uiteenlopende prijzen als The best representation of Jonas’ friends of The most artworks titled “untitled”.

Een bezoek aan de tentoonstelling levert vragen op over verzamelingen maar weinig esthetisch genot. Door de strenge rationele regels van het tentoonstellingsconcept wordt de esthetische waarde van de werken tenietgedaan. Waarschijnlijk willen de curatoren ook niet dat je je tussen de kunstwerken begeeft en geniet van hun visuele zeggingskracht. Toen ik de ruimte verliet vroeg ik mij af wat ik had gezien en wat ik daarvan vond. Veel werken verdwijnen al snel uit je geheugen omdat ze niet aanspreken vanwege hun nietszeggende karakter: de gemiddelden. De uitzonderingen zijn zeker niet beter dan de gemiddelden. Hier zie je regelmatig “verzamelfouten” of kunstwerken die om duistere redenen zijn aangekocht. Was er spraken van een zakenbelang of had de bedrijfsconservator een gedachtekronkel bij het verwerven van het werk? Of was er een enkele keer sprake van gedurfdheid of een briljant inzicht?

Als VBCN 10 jaar jong een spiegel is die de verzamelende bedrijven wordt voorgehouden dan omvatten de bedrijfscollecties een vergruisd geheel van kunstwerken. Je zou ook kunnen zeggen dat de strakke lijnen van het tentoonstellingsconcept de miskopen extra onder de aandacht brengen of de bedrijfscollecties (onterecht) als conservatief bestempelen. De vorige VBCN open ging in op performancekunst bij bedrijfscollecties. Ook al zal je hier in bedrijfspanden niet veel van tegenkomen, is ook dit een thema waar de vereniging zich mee bezighoudt. De Nederlandse bedrijfscollecties blijven een interessant fenomeen om over na te denken. Net als de Nederlandse privécollecties of de Nederlandse museumcollecties zijn zij veelkleurig en hebben ook specifieke karaktereigenschappen. Hopelijk schudden de Massiac en van Velsen collega-curatoren wakker door gemiddelden te laten zien die eigenlijk te zwak zijn voor een collectie. Bedrijven kunnen met hun kunstcollectie juist laten zien dat zij een specifiek uitgangspunt nastreven en het lef hebben om een verzameling van uitzonderingen samen te stellen.

Tentoonstellingsoverzicht, foto: Konstantin Guz
Tentoonstellingsoverzicht, foto: Konstantin Guz
Tentoonstellingsoverzicht, foto: Konstantin Guz