De tentoonstellingsruimte van Nieuwe Vide in Haarlem heeft geen vide. De hoge witte ruimte leent zich er wel voor, maar in plaats daarvan is er voor deze expositie halverwege een dikke muur geplaatst die de tentoonstellingszaal in tweeën deelt. “Ik vond het zo saai als je een expositie binnenkomt en meteen alles kunt zien”, vertelt curator Lennard Dost. Bij binnenkomst loop je eerst langs een bar die tegen de linkerwand is neergezet. Het is een overblijfsel van de vorige tentoonstelling 20 years of deferred value, een reeks van twintig solopresentaties enkel bestaande uit een opening. Nieuwe Vide richt zich vooral op nieuwe media in de beeldende kunst, maar zoekt ook verbinding met populaire cultuur, literatuur, films en muziek.
De huidige tentoonstelling is hier een mooi voorbeeld van. In search of Thomas Pynchon geeft de aftrap voor het jaarthema bij Nieuwe Vide: counterculture, cultuur die zich tegen de gevestigde orde keert. Ik moet eerlijk bekennen dat de naam Thomas Pynchon mij in eerste instantie niet bekend voorkomt en hier begint een kennismaking die uiteindelijk meer vragen dan antwoorden zal oproepen. Toen Lennard Dost de kunstenaars benaderde met de vraag “Wie is Thomas Pynchon?”, maakten zes van de acht speciaal voor deze tentoonstelling een nieuw werk.
“Als je Pynchon kent voel je de connectie wel. Als je hem niet kent, dan zie je de connectie tussen de werken en dan haal je die laag eruit”, aldus Dost. Het enige dat we zeker over Pynchon weten is dat hij geboren is in 1937. Het is een zeer succesvolle Amerikaanse, postmodernistische schrijver die in de jaren 60 debuteerde met zijn boek V. In de jaren zeventig schrijft hij zijn meesterwerk Gravity’s Rainbow, een encyclopedisch dik boek met meer dan vierhonderd personages. Zijn werk zit vol met complotten en paranoia en vormt een labyrint van bijzinnen aan bijzinnen. Hij creëert een compleet eigen wereld.
Zijn meest recente boek, Bleeding Edge, verscheen in 2013. Zeer opvallend is zijn complete afwezigheid in de pers. Nooit heeft hij een interview geven, nooit is hij publiekelijk naar buiten getreden – een contrast met de hedendaagse cultuur. Wie streeft er nog naar onbekendheid en laat enkel zijn werk voor hem/haar spreken? Het enige belletje dat bij mij gaat rinkelen is bij het werk van Katharina Swoboda. Voor haar videowerk Shasta (2016) liet zij zich inspireren door de fictieve figuur Shasta Fay Hepworth uit Pynchons boek Inherent Vice (2009). In 2014 verscheen de gelijknamige film gemaakt door Paul Thomas Anderson. De video toont het mogelijke leven van Shasta in de tijd dat zij niet aanwezig is in het verhaal. Swoboda zegt zichzelf en haar positie als videomaker te identificeren met de hoofdpersoon Larry ‘Doc’ Sportello en zijn motivatie voor zijn zoektocht naar iets of iemand. Shasta is zijn ex-vriendin en zij is grotendeels afwezig, maar aanwezig in Larry’s gedachtes en zijn verlangen naar haar. Swoboda: “And – isn’t yearning for somebody the biggest motivation?”
In de eerste ruimte hangen rechts aan de muur in een cirkel tien portretten die aan kwaliteit lijken te hebben ingeleverd. Deze installatie van Machteld Rullens, getiteld Slow Learner (2015), bevat één portretfoto die van Thomas Pynchon zou kunnen zijn – er circuleren twee mogelijke portretten van hem online. Een andere foto is van de kunstenaar zelf en de overige acht zijn beelden van radio operators die het heelal in de gaten houden. De ruis in deze afbeeldingen komt door de grote afstand die ze hebben afgelegd: naar de maan en weer terug.
Is er een fascinatie voor de maan en het heelal terug te vinden in Pychon’s literaire werk? Pia Louwerens werpt zich in haar audiowerk op als de maker van de persoon Thomas Pynchon. Door zijn fysieke afwezigheid wordt hij zelf een literair personage in plaats van een mens van vlees en bloed. Tijdens de finnisage op 5 maart deed zij als onderdeel van dit werk een performance.
Hoe meer ik mij verdiep in de kunstwerken, hoe meer vragen zich opwerpen. In een reactie op een artikel van schrijver Jules Siegel over de complexiteit van het boek V zei Pynchon: “Why should things be easy to understand?” – een vraag die ook in onze hedendaagse cultuur actueler lijkt dan ooit. De oppervlakkige behoefte aan brokklare informatie en de korte concentratie in de huidige zap-cultuur vragen om een counterculture en deze tentoonstelling lijkt daarin een voorbeeldfunctie te hebben. De beeldende zoektocht geeft geen kant-en-klare antwoorden, maar vergroot de mythe van Pynchon en wakkert de nieuwsgierigheid naar zijn literaire werk aan. En in brede zin de behoefte om dieper te graven en voorbij te gaan aan de oppervlakte van de hedendaagse massacultuur.