Gevangen herinneringen

Lucy Versloot
Job Koelewijn, CELEBRATION (YOU ONLY LIVE ONCE) (YOU ONLY DIE ONCE), 2016 Foto: Robert Glas

Onder mijn schoenen doemen in grote grijze grafstenen gebeitelde namen, plaatsen en wapens op. De ooit levenden – zoals Saskia van Uylenburgh, zeehelden en handelaren – worden herinnerd en geroemd. De Oude Kerk in Amsterdam is een plaats waar de eindigheid van het bestaan op een tastbare manier zichtbaar is, maar waar tegelijkertijd het leven doorgaat in het hiernamaals. In de tentoonstelling Once in a Lifetime komt deze religieuze achtergrond samen met elementaire levensvragen die vandaag de dag nog voor veel denkwerk zorgen. De bezoekers worden door curator Nina Folkersma uitgenodigd na te denken over deze tijdelijkheid en eindigheid, die hier zo zichtbaar onvermijdelijk is.

De tentoonstelling Once in a Lifetime is een samenwerking tussen de Oude Kerk en het Humanistisch Verbond en laat acht geselecteerde kunstenaars zien. Thema’s als tijdelijkheid en vergankelijkheid vormen het uitgangspunt voor de kunstwerken. Daniëlle van Ark, Amie Dicke, Job Koelewijn en Muntean/Rosenblum maakten allen nieuw werk voor deze tentoonstelling. Daarnaast is er al bestaand werk te zien van Michaël Borremans, Stan Brakhage, Folkert de Jong en Yehudit Sasportas. Deze kunstenaars roepen vragen op over de geboorte en de uiteindelijke dood, maar juist ook alles wat daartussen zit; het leven.

Er is geen vaste route bepaald door de tentoonstelling, in plaats daarvan is het een ontdekken van steeds nieuwe kunstwerken die eenzelfde vraag stellen: wat betekent onze eenmaligheid en wat laten wij na? Enig houvast wordt bepaald door een bloemenzee naast en op de oude grafstenen, geplaatst door kunstenaar Job Koelewijn. Door de gehele kerk verspreid, dienen zij als een herinnering aan de doden. Inmiddels zijn de bloemen al aan het verwelken. Ze zijn onder de voet gelopen, net als de graven zelf. De bloemen houden de herinnering aan de doden vast, maar zijn tegelijkertijd het toonbeeld van de tijdelijkheid en begrensdheid van het leven. Ik vraag mij af of de bloemen vervangen zullen worden, wat vervolgens de vraag oproept of de mens ook vervangbaar is.

Deze vasthoudendheid aan herinneringen en het leven is terug te zien in de Kerkmeesterkamer, waar Danielle van Ark haar werk La mémoire collective (2016) voor vervaardigde. De installatie bestaat uit een kooi-achtige constructie van kippengaas waarin objecten tentoongesteld liggen. De objecten ogen huislijk; meubels, flesjes, kleedjes, ansichtkaarten en een gedrapeerde jas. Opvallend is echter de opstelling, namelijk op verhoogde sokkels als in een museum; geconserveerd en veiliggesteld achter de constructie. Ook ligt er een geopende tas vol doorgeknipte Parijse liefdesloten. Herinneringen aan een – wellicht inmiddels vervlogen – liefde, gefixeerd in een metalen object. De eigenaar van de spullen blijft onbekend, alsof hij of zij de objecten slechts wil koesteren als een herinnering. Zouden herinneringen voor altijd bewaard kunnen blijven? Door deze persoonlijke spullen wordt mijn interesse gewekt om iemand beter te leren kennen en zou ik de objecten voorzichtig aan willen raken. Dit wordt echter tegengehouden door de opstelling en de eigenaar blijft anoniem.

Een eigenaar is ook afwezig in het werk Soaps (2016) van Amie Dicke, terwijl de herinneringen hieraan volop aanwezig zijn. In een lange vitrine is een rij gekleurde handzeepjes te zien, zichtbaar gebruikt door de jaren heen. Waar Van Ark herinneringen toont die het naakte lichaam kleden en herbergen, zijn de zeepjes van Dicke een aandenken aan een gebruiker – in dit geval de oma van Dicke zelf – die er ooit haar tastbare lichaam mee waste, Dicke noemt de zeepjes zelf ‘nabeelden’, waarmee ze de afwezigheid van de eigenaar accentueert. De objecten van Van Ark en Dicke zijn mysterieus en aanbiddelijk zoals heilige relikwieën; ooit in aanraking geweest met een menselijk lichaam en doordrongen met verwijzingen naar vervlogen tijden.

Naast thema’s als eindigheid en herinneringen, is de videoinstallatie van Stan Brakhage een prettige afwisseling. Het werk Window Baby Moving (1959) toont twaalf minuten lang de geboorte van Brakhage’s eerste kind, zonder censuur in zijn meest pure vorm gefilmd met een 16mm camera, wat een sterk contrast vormt met de grafmonumenten in de kerk. Het werk is een bevrijdende ode aan het leven, in plaats van het vastklampen eraan. De schokkerige close-ups tonen bloed, pijn, maar bovendien geluk. De film oogt als een verfrissende afwisseling met de ‘bewaringsdrang’ en anonimiteit van Van Ark en Dicke, omdat juist de mens sterk aanwezig is in zijn meest kwetsbare vorm. Desalniettemin bewaart hier de 16mm film zelf weer een belangrijke herinnering.

Door middel van een onbepaald pad wordt de bezoeker in Once in a Lifetime uitgedaagd vragen te stellen over het leven en de dood. Vragen hierover worden niet direct beantwoord, maar zorgen juist voor een prikkeling om na het verlaten van de kerk verder te denken. De volgorde van de kunstwerken kan zelf gekozen worden en een persoonlijk verhaal komt hiermee tot stand. Dit is juist ook de schoonheid van deze tentoonstelling; net als het leven onvoorspelbaar en onvatbaar.

Daniƫlle van Ark, LA MEMOIRE COLLECTIVE, 2016 Foto: Robert Glas
Amie Dicke, SOAPS (detail), 2016 Foto: Robert Glas
Amie Dicke, SOAPS, 2016 Foto: Robert Glas