Starboretum

Vinken en Van Kampen

Een paar lijnen in het gras, een wolk van lichtjes in de bomen, een steen met een hek er omheen. Verder kan je nog een wandelingetje maken onder de bomen met een boek in je hand en een koptelefoon met piep- en knorgeluiden op je hoofd. De expositie in het Arboretum Belmonte, de botanische bomentuin van de Landbouwuniversiteit in Wageningen, komt in eerste instantie nogal schamel over. De werken van Paul Perry, Mike Tyler en davidkremers kunnen dan ook niet zonder het verhaal dat er omheen gesponnen is. Door middel van een website, allerhande folders, boekjes en de aanwezige voorlichters wordt de bezoeker uitgelegd dat hij zich moet voorbereiden op niets minder dan een reis door de sterren.

De woorden moeten het doen. Ze klinken dan eens wetenschappelijk, dan weer poëtisch en ze maken dat wat je ziet compleet afhankelijk van je bereidheid je door hen te laten verleiden. Uit de titel blijkt bijvoorbeeld dat de lijnen in het gras opgevat moeten worden als a very small piece of the large scale structure of the universe (davidkremers, 1998). Met dezelfde wolkerige toon schrijft Kremers pagina’s vol met suggestieve statements, waaruit je moet opmaken dat het groeiende gras kennelijk gaat over biologische en mathematische experimenten, over de menselijke evolutie en kwesties van kunst en geloof. Op dezelfde manier wordt je door Mike Tyler gevraagd je fantasie te gebruiken. Opdat je met je koptelefoon niet alleen door het prachtige park wandelt, maar ook door het universum. “Vouw de kaarten in het boek uit en je ziet boomstammen als stippen, en die stippen verbeelden sterren – kijk naar de moedervlekken op je arm, vroeger noemden ze dit een microkosmos.”

De geluiden die je hoort zijn nu als radiosignalen van verre pulsars en ontploffende sterren. Je kijkt omhoog en om je heen en naar jezelf en dat, zo heb je dan ergens gelezen, is ook precies de bedoeling. Dat je je bewust wordt van al die verschillende perspectieven. Zo komen de kunstenaars vooral door de toon van hun woorden over als zendelingen die je ergens van willen overtuigen. Vermomd als personages van de bevlogen wetenschapper, de orakelende profeet of de verleidingskunstenaar wijzen ze je er op dat de wereld verder reikt dan je horizon. En, hoewel ze menigmaal benadrukken dat ze je een ‘vrije blik’ op de wondere wereld van wetenschap en cultuur willen gunnen, ontkomen ze niet aan een voor zendelingen kenmerkende drammerige toon.

Dit zou minder een probleem zijn als er kunstwerken te zien waren geweest die echt functioneren als fantasmagorische instrumenten, die als lenzen je blik veranderen met echt verrassende inzichten. Nuclear Garden (Sidus Singularis) van Paul Perry bijvoorbeeld komt eerder onnozel over. De steen met het hekje eromheen zou moeten “stralen als een onderaardse zon” en en passant de aandacht moeten vestigen op “de natuurlijkheid van nucleaire energie”. Perry wilde in drie gaten onderin de steen wat isotoop uranium stoppen, maar dit werd door de Landbouwuniversiteit verboden (uit angst voor negatieve publiciteit). Daarop schreef de kunstenaar een verongelijkte tekst in de trant van ‘zie je wel, de mensen zijn kennelijk bang voor de wetenschap’. Je kunt je afvragen of dat zo is en bovendien had hij zich beter druk kunnen maken over het feit dat zijn werk nu niet meer is dan een steen met een hekje eromheen.

ST(*)BORETUM, met werken van davidkremers, Paul Perry en Mike Tyler