Niet meer dan een werkwoord

Rogier Brom
Lars Siltberg, AMBIDEXTROUS PERFORMANCE, 2006

Het simultaan uitvoeren van meerdere taken is niet voor iedereen weggelegd. Toch willen veel mensen graag tegelijkertijd bellen, mailen, ontbijten en de krant lezen, én worden tussendoor nog nagels gelakt of wangen geschoren, want dat is wel zo efficiënt. Met de tentoonstelling Multitasking stelt het SM’s deze vorm van bezigheid, die volgens de samenstellers voor veel mensen een tweede natuur is geworden, ter discussie.

De tentoonstelling lijkt voornamelijk gericht op het actieve deel van het multitasken. Bij het uitvoeren van meerdere opdrachten moet activiteit worden ondernomen. Maar de mens is al tijden niet meer de enige die actief opdrachten kan verwerken. Zo zien we meerdere werken waarbij de aandacht gericht wordt op de computer als actor, als degene die uitvoert.

Een voorbeeld hiervan is de ‘spamtrap’ van Bill Shackelford. Spamtrap (2007) bestaat uit een printer die in verbinding staat met het internet en die spamberichten uitprint. De berichten komen rechtstreeks in een papierversnipperaar terecht; een aanval op het misbruiken van een communicatiemiddel. Verder zien we op de foto’s van Lars Tunbjörk de enorme werklast (prints en computerschermen) van voornamelijk Aziatische en beursgebonden bedrijven in de rol van protagonist. Deze werken tonen het grote vermogen tot multitasking van computers, wellicht om het tekortschieten van de mens te benadrukken.

Maar ook de omvang van het ‘multitaskende’ vermogen van de mens blijft niet onbelicht. In meerdere werken zien we verbeeld hoe een mens zich aan dit nieuwe werkwoord onderwerpt. De stap naar de wereld van de performance is hierbij een kleine. Zo toont Lars Siltberg zichzelf in zijn Ambidextrous Performance (2006) terwijl hij verwoede pogingen onderneemt om met al zijn armen en benen teksten op een soort van schoolbord aan te brengen. Het lukt hem op geen van de vier punten om begrijpelijke woorden te creëren. Stefan Panhans vertelt de toeschouwer in Sieben bis Zehn Millionen (2005) in een haast onophoudelijke woordenstroom wat hem zoal nerveus maakt wanneer hij door een dichtbevolkte stad loopt, waar hij zich continu gedwongen ziet keuzes te maken. Het betoog wordt enigszins versneld afgespeeld waardoor het nerveuze gevoel aan de toeschouwer wordt overgebracht.

De kunstenaars maken hiermee het rijtje mogelijke actoren nog niet vol. Naast het waarderen van meerdere vormen van multitasking, wordt de toeschouwer ook bewogen zich actief in de bezigheid te mengen. Word Parasites (2007) van Suchan Kinoshita bestaat uit een video waarop een spel gespeeld wordt, en uit twee stoelen aan een tafel waarop het daadwerkelijke spel ligt. Het museale bordje boven de tafel blijkt de speluitleg waarin duidelijk wordt dat alle blanco kaarten door de spelers een betekenis en een plaats op de tafel toebedeeld moeten krijgen welke gedurende het hele spel onthouden moet worden. De toeschouwer wordt in dit werk gevraagd bewust en actief te multitasken.

Activiteit lijkt juist afwezig in het neutrale witte hutje waarin het geluidswerk Seriation II (1968) van Adrian Piper huist. Deze ruimte ga je in om te ervaren hoe tijd verstrijkt. Gedurende zeventien minuten wordt het woord ‘now’ in steeds kleinere intervallen herhaald, beginnend met behoorlijk lange tussenposes. Tegelijkertijd zie je door een raam in de wand de rest van de tentoonstellingsruimte waar de tijd ook gewoon doorloopt, maar zonder ingreep door een kunstwerk. Dat maakt je als toeschouwer bewust van het besef van de tijd zoals je die in het neutrale hutje ervaart. Tegelijk ben je als toeschouwer degene die deze wisselwerking in gang brengt door je actief te gaan richten op de dingen die om je heen gebeuren. Het tijdsvacuüm wordt steeds minder sterk naarmate je je naast de beelden ook richt op de geluiden buiten het hokje. Het is op deze manier bijna alsof de behoefte om in ieder geval maar iets uit te voeren het functioneren van dit werk aantast.

Verder dan een zekere onrust die het – enige niet eigentijdse – werk van Piper oproept, lijkt het aangekondigde ter discussie stellen van de voor- en nadelen van multitasking niet te gaan. Er is vooral aandacht voor welke actor in welke situatie de overhand krijgt en zodoende passeren ook enkele mogelijke verschijningsvormen van multitasking de revue. Voor- en nadelen van multitasken door de mens worden weliswaar in de multimediale introductie op de tentoonstelling aan de hand van resultaten uit wetenschappelijke onderzoeken aan de toeschouwer gepresenteerd. Dit maakt niet dat er binnen de tentoonstelling en haar werken sprake is van een discussie over het nut of de wenselijkheid van deze ontwikkeling, buiten het feit dat computers er wellicht beter in zijn dan mensen. Multitasking blijft in het SM’s een bezigheid.

Het afwezig zijn van de discussie neemt niet weg dat in deze tentoonstelling het uitvoeren zelf en de actoren die daarmee gemoeid zijn op een interessante en volle wijze aan het licht worden gebracht. Met een paar zeer sterke werken belicht Multitasking haar naamgevende concept op een afgeronde manier.

MULTITASKING
t/m 1 juni 2008

SM’s
Magistratenlaan 100, ‘s-Hertogenbosch
www.sm-s.nl