Kadootje van de kunstenaar

Angelique Spaninks

Advertenties en (kunst)tijdschriften, foto's en logo's, tekst en beeld. Voor kunstenares Mieke van Schaijk (32) uit Den Bosch is het allemaal materiaal. Al zes jaar knipt en plakt zij haar 'sculptures' waarin kunst en het alledaagse samenkomen met behulp van de computer bij elkaar. Daarbij voelt zij zich echter nog altijd meer beeldhouwster dan grafisch vormgever, een principieel verschil. Toch zou zij haar werk liever niet in tentoonstellingen maar in tijdschriften laten circuleren. En dat zou ook zeker niet misstaan.

Er zijn namelijk weinig beeldhouwers die zo plat werken als Mieke van Schaijk, zoals het overzicht van haar werk dat momenteel in de Eindhovense Krabbedans te zien is duidelijk maakt.

Suggestie, daarom draait het in het werk van Van Schaijk. Zij kleit of giet niet, zij hakt of bouwt niet; zij tekent en print, zij schrijft en klikt net zo lang tot de meest uiteenlopende plaatjes en teksten gezamenlijk een fictief beeld weten op te roepen. Een techniek die ze als student ooit in een workshop afkeek bij de in zware poëzie grossierende conceptkunstenaar Lawrence Weiner maar inmiddels lichtvoetig naar haar eigen hand heeft weten te zetten.

Van Schaijks eerste reeks volgens dit principe gemaakte werken betrof een serie affiches met teksten waarin kunst met een grote K gekoppeld werd aan dagelijkse beslommeringen. 'Mieke removes the poster she made with Lawrence Weiner and doesn't know what to do today',zo meldt er een. Een nogal persoonlijk maar ook relativerend statement over het moeizame eerste gekrabbel van een jonge kunstenaar waarbij het niet moeilijk is om je de prille creatieveling zittend op een krukje enigszins vertwijfeld in haar nog lege atelier voor te stellen.

'Mieke shows a sculpture' heette vervolgens de reeks waarin ze voortbouwend op de ingeslagen weg niet alleen teksten maar ook beeldmateriaal begon te sprokkelen en mixen. Hierin fungeerde zij niet alleen zelf, als kunstenaar die anderen een beeld laat zien al is het slechts in hun gedachten, ze betrok ook andere mensen (haar nichtje Nini en een vriendin die Nicole heet) en meer of minder bekende kunstenaars (Cindy Sherman, Rosemarie Trockel en H.W. Werther) bij haar show. Stuk voor stuk liet zij ze in een soort fictieve handeling verwikkeld raken die een vrij bizar tafereel tot gevolg heeft. Wat bijvoorbeeld te denken van een Rohrschach vlek met daaronder de zin: 'Rosemarie Trockel had her period' of van de bloederige vraag of Jean B, gehuld in vorstelijk gewaad, ‘will ever seperate Cindy Shermans head from Cindy Shermans body' als ware het een historisch drama voor in de bioscoop.

En vreemdst van al: Wie is toch de S.E. van Rossum die een bruidsjurk maakte van honderd gekleurde vaatdoeken aan elkaar gestikt met een gouden draad? Het blijkt een oud mede-student van Van Schaijk te zijn die haar dit plannetje ooit in een onbewaakt ogenblik verklapte. Echt gemaakt heeft ze de jurk nooit, maar omdat Van Schaijk met het idee aan de haal is gegaan en het in woorden gevat over een zeventiende eeuws genreschilderij plakte, bestaat ie nu toch een beetje.

Overigens vormen bovenstaande voorbeelden zomaar een greep uit de enorme stroom aan plaatjes en zinnen die de afgelopen jaren uit Van Schaijks gecomputeriseerde beeldhouwerspraktijk gerold is. Er hadden net zo makkelijk tien andere voorbeelden kunnen staan. Vertwijfeld en leeg als het gaat om nieuwe plannen en projecten lijkt Van Schaijk dan ook in al de jaren na haar afstuderen nauwelijks geweest. Zo maakte ze in 1996 samen met Job van Bennekom een serie imaginaire maar daarom niet minder prikkelende covers voor kunstenaarsinitiatief Hooghuis in Arnhem en in 1998 een serie bewerkte interieurs van bekende kunstenaars die ze ‘leende' uit kunsttijdschriften als Frieze en Art in America. En afgelopen jaar had ze de beschikking over een atelier in het Duitse Mönchengladbach met ter afsluiting van deze werkperiode een publicatiebudget. In een doorsnee catalogus had zij echter geen zin, ze zag meer in een speelser aanpak en dus bracht ze in eigen beheer een kwartetspel op de markt. 'Happy families' heet het doosje met acht maal vier speelkaarten vol suggestieve statements en plaatjes die zich in de loop der jaren ergens op Van Schaijks harde schijf genesteld hebben. Dat oogt niet alleen minder gewichtig maar heeft ook iets sociaals, vindt zij. Wie geen zin meer heeft om te kijken, kan nog altijd een spelletje doen. Dat past wel bij deze tijd.

Toch ziet het er naar uit dat Van Schaijk met het kwartet een periode heeft afgesloten. Haar meest recente reeks bestaat namelijk uit drie grote foto's, nauwelijks bewerkt en zónder tekst. ‘Posing with a sculpture' heten ze en daarbij speelt niet langer alleen haar naam een rol, de kunstenares is haar eigen model geworden. Pontificaal en een beetje ongemakkelijk poseert zij, zoals de titel al aangeeft, in verschillende alledaagse outfits voor verschillende beelden van andere makers. Echt indrukwekkend zijn de beelden niet, ze ademen de jaren zeventig en ontstijgen het decoratieve nauwelijks. Maar ook de kunstenares is geen toonbeeld van wat je je bij een model voorstelt. Toch roepen ze gecombineerd in de foto's een sfeertje op dat bijna naadloos aansluit bij dat van de hippe magazines waar je in een beetje gesorteerde kiosk mee wordt doodgegooid. Het is dan ook geen toeval dat het juist ook in die bladen (BLVD, Purple, Dazed&Confused) allemaal om poseren en suggestie draait. En zo weet Van Schaijk ook zonder tekst haarfijn dat wat haar fascineert in de eigentijdse media en al wat oudere kunst op een herkenbare en ontwapenende manier naar zich toe te trekken. Een kado om naar te kijken.

THE PRESENT IS A GIFT, Mieke van Schaijk, t/m 18 feb

De Krabbedans in De Witte Dame, Willemstraat 10, Eindhoven

Het kwartet ‘Happy Families' (ISBN 9090138757) is verkrijgbaar bij Sooneditions tel/fax 073-6901126.